op levering zou kunnen spreken. En in de tweede plaats zou de bank uiteraard bij de executie van de aan haar verpande vruchten deze aan de coöperatieve fabriek kunnen verkopen. Hoe weinig de invoering van het register- pandrecht voor de verwerkings- en verkoop coöperaties tot moeilijkheden zou kunnen leiden blijkt, wanneer men in overweging neemt, dat ook zonder invoering van het registerpandrecht dus onder de huidige toe standen botsing van de belangen van de coöperatieve vereniging met die van andere crediteuren van haar leverancier evenzeer denkbaar is als wanneer het registerpand recht ingevoerd zou zijn. Zo is bij faillisse ment van het lid van de coöperatie de curator niet gehouden de produkten aan de fabriek te leveren. In of buiten faillissement kan een schuldeiser van het betrokken lid, die eerste hypotheekhouder is op de grond, waarop de produkten worden geteeld, krachtens art. 1223 het aan het lid toebehorende onroerend goed executeren, waarbij de groeiende oogst uiter aard mee wordt verkocht. Een soortgelijke bevoegdheid komt aan iedere willekeurige schuldeiser toe met alleen dit verschil, dat de directe schuldeisers niet, zoals b.v. de hypo theekhouder, op de grond bevoorrecht zijn. De bevoegdheid de aan de schuldenaar toe behorende grond en de daarop groeiende vruchten te verkopen, heeft echter de niet be voorrechte schuldeiser evengoed als de hypo theekhouder. In al dergelijke gevallen is de nieuwe eigenaar niet gehouden tot levering van de geoogste produkten aan de fabriek waarvan de debiteur lid was. De fabriek, die in dergelijke gevallen van het lid nakoming van de leveringsplicht eist, zal ondervinden, wat men gewoonlijk samenvat in het ge zegde: „Van een kikker kan men geen veren plukken". Wij zien geen aanleiding voor de veronder stelling, dat door invoering van het register pandrecht het aantal executies zal toenemen. Dit registerpandrecht heeft slechts een ver- Zeer gaarne voldoen wij aan het verzoek van het bestuur van de Coöperatieve Boerenleen bank „Oostzaan" om een foto te plaatsen van het nieuwe bankgebouw. Op 7 mei 1960 werd de bank (met kassiers woning) officieel in gebruik genomen. Het stemt tot grote voldoening, dat de bank deze belangrijke stap voorwaarts heeft kunnen maken en wij hopen, dat de verdere ontwik keling hierdoor gestimuleerd mag worden. BANKGEBOUW „OOSTZAAN" VOLTOOID Oostzaan in een nieuw gebouw 341

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 17