HET LANDBOUWKREDIET IN ENGELAND (VERVOLG) Waarborginstituut voor de landbouw Geheel in overeenstemming met het gesig naleerde zwakke punt in het Engelse land bouwkredietwezen is het streven van de boeren en tuinders om door onderlinge samenwerking tot een sterkere positie te ge raken. Reeds vóór de verschijning van het Radcliffe-rapport heeft men plannen ont worpen om te komen tot een waarborginsti tuut voor de land- en tuinbouw. De agrariërs, die een krediet of voorschot nodig hebben, zouden met een toezegging van het waarborg instituut om de lening te garanderen, veel sterker komen te staan tegenover de krediet- verlenende bank dan zonder garantiever klaring het geval zou zijn. De suggestie van het waarborginstituut is door de vertegen woordigers van de boerenorganisaties ook voorgelegd aan de commissie-Radcliffe. Scherp heeft de commissie gereageerd. Het plan is er volgens haar op gericht de banken te bewegen over te gaan tot een ruimere kredietverstrekking aan de land bouw. Dit is echter volgens de commissie niet het probleem. De boeren moeten worden ge animeerd de terughoudendheid ten opzichte van het aangaan van schulden bij de banken prijs te geven. Zij spreekt de verwachting uit, dat een instituut als door de boeren wordt gewenst, geen kans van slagen heeft, daar het onvermijdelijk zal leiden tot nog ingewik kelder procedures bij het aanvragen van kredieten en voorschotten en tot een dieper- gaand onderzoek naar de kredietwaardigheid van de betrokken aanvragers. Bij de boeren zal dit naar de mening van de commissie op grote weerstanden stuiten. De boerenbonden hebben zich door dit ant woord van de commissie-Radcliffe niet laten ontmoedigen. In oktober 1959 is door de National Farmers' Union in samenwerking met die van Schotland en Ulster opgericht de Agricultural Credit Corporation. Het doel van deze orga nisatie is de boeren en tuinders bij te staan in het streven naar opvoering van produktiviteit en rentabiliteit van hun bedrijven. Zij wil be vorderen, dat er een grotere stroom van kapi taal naar de landbouwsector vloeit. Dit tracht zij te bereiken door het wekken van vertrouwen bij de boeren en bij hen de vooruitgang ingang te doen vinden, dat bank krediet de meest juiste vorm van krediet financiering is (hiermede wordt voldaan aan hetgeen de commissie-Radcliffe zo beklem toond heeft) en door het verschaffen van zekerheid aan de banken in de vorm van garanties. De Agricultural Credit Corporation is dus geen bankinstelling: zij geeft geen kredieten en voorschotten. Wel oefent zij een functie uit, die met de kredietverlening ten nauwste verband houdt. Gegadigden voor een lening onder garantie van de Corporation worden eerst door haar onderzocht. Daarbij wordt niet alleen aandacht geschonken aan de financiële positie van het bedrijf, ook het produktieprogramma en de bereidheid van de aanvrager zich te richten op een moderne bedrijfsvoering, maken deel uit van het voor onderzoek. Voor de verkrijging van een lening onder garantie is als essentiële voorwaarde gesteld, dat de boer of tuinder advies inwint omtrent de bedrijfsvoering en de aanpassingen, die nodig zijn om tot een optimaal gebruik van de produktiemiddelen te komen. De handels banken blijven in feite de kredieten verstrek ken, doch dit kan nu geschieden met een garantie van de Agricultural Credit Corpo ration. Het risico, dat deze instelling op zich neemt, kan zij dekken met behulp van het Onderling Verzekerings Fonds van de Natio nal Farmers' Union. De diensten van de Agricultural Credit Corporation staan gratis ter beschikking van alle betalende leden van de drie boeren bonden. Andere gegadigden, onder welke ook coöperatieve verenigingen, betalen bij de eerste aanvraag een minimumbedrag van vijf guineas (ongeveer 55,50) en vervolgens voor elk jaar, dat de garantie van kracht blijft, drie guineas (ongeveer 33,30). De 336

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 12