KRONIEK VAN LAND- EN TUINBOUW Voor zover de individuele ondernemer zelf invloed kan uitoefenen op de omstan digheden, waaronder de agrarische pro duktie zich voltrekt, hebben de Nederlandse boeren en tuinders in het jongste verleden grootse prestaties geleverd. Door toepassing van moderne teeltmethoden, door de rassen- keuze te richten op meer opbrengende en minder voor ziekten vatbare rassen, door doelmatige bemesting, door rationele vee voeding, door een intensieve bestrijding van ziekten en plagen, is de landbouwproduktie aanzienlijk verhoogd en de kwaliteit hoog opgevoerd. Het agrarische produktie-appa- raat levert daardoor zowel in de akker bouw, in de veehouderij alsook in de tuin bouw een steeds hogere bruto-geld- opbrengst. Onze boeren en tuinders weten zich daarbij de resultaten van het land bouwkundig onderzoek snel eigen te ma ken, dank zij een intensief en effectief wer kend voorlichtingsapparaat en dank zij ook het feit, dat aan steeds meer boeren- en tuinderszoons, en de laatste tijd ook land- arbelderszoons, via het landbouwonderwijs de nodige kennis en inzicht is bijgebracht. Vooral na de oorlog is deze verhoging van de landbouwproduktie door het toepassen van moderne methoden tevens gepaard ge gaan met een snel toenemende mechanisatie. Terwijl het landarbeidersloon in de laatste 10 jaar is verdubbeld, steeg de nieuwwaarde van landbouwwerktuigen in die periode „slechts" met 20 Deze omstandigheid heeft geleid tot versnelde mechanisatie. Menselijke arbeid wordt in toenemende mate vervangen door kapitaal, dat is ge- investeerd in werktuigen en machines. Het aantal landarbeiders daalde in de periode van 1947 tot 1957 reeds met 38 terwijl voor de komende 10 jaar een verdere da ling met 25 mogelijk wordt geacht. Per werker zijn in de landbouw thans gemid deld reeds 50.000in de tuinbouw zelfs 100.000,geïnvesteerd. In de gehele land- en tuinbouw bedraagt deze investe ring in werktuigen en machines volgens een door ir. Penders kortgeleden gehouden voordracht momenteel 2 miljard gulden. Het is duidelijk, dat aan de toenemende vervanging van loonarbeid tal van techni sche, economische en sociale aspecten zijn verbonden en dat de structuur van onze landbouw daardoor een geleidelijke wijzi ging ondergaat. De factor kapitaal gaat een steeds grotere rol spelen. Bij de ontwikke ling van nieuwe bedrijfssystemen waar voor de voorlichting en het onderzoek thans grote belangstelling tonen zal men dan ook vooral aandacht moeten schenken aan bedrijfsvormen, waarbij de investeringen binnen redelijke grenzen kunnen worden gehouden. Waar de gehele bedrijfsorgani satie waarvan vooral de arbeidsorgani satie een belangrijk onderdeel uitmaakt steeds meer bepalend wordt voor de uit eindelijke bedrijfsresultaten, zullen ook het onderzoek, het onderwijs en de voorlichting zich op deze problemen moeten richten. Thans investeert de overheid, volgens ir Penders, jaarlijks reeds 100 miljoen gulden in activiteiten, welke gericht zijn op ver betering van de organisatie van de pro duktie op de boeren- en tuindersbedrijven. Dat is bijna 2 van de brutowaarde van de agrarische produktie of anders gezegd gemiddeld 40,per ha cultuurgrond, dat is gekapitaliseerd rond 1000,per ha of 5.000,per werker in de landbouw. 25 jaar Cultuurtechnische Dienst Door het toepassen van moderne metho- Door moderne bedrijfsvoering wordt de landbouw produktie steeds groter, mechanisatie neemt een grote vlucht, gepaard met hoge investeringskosten en daling aantal landarbeiders. 25 jaar cultuurtechnische werken, reconstructie en ontsluiting van het platteland. De ontwikkeling van het kleine boerenbedrijf behelst nog grote mogelijkheden tot verhoging van de arbeidsproduktiviteit en verdere uitbreiding agrarische produktie. 289

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 9