macht of de voogdij over de minderjarige uitoefent. Wanneer beide ouders nog in leven zijn, oefenen zij beiden de ouderlijke macht over de minderjarige uit; maar het vermogen van de minderjarige wordt als dan alleen door de vader beheerd. De vader geldt dan dus alleen als de wettelijke ver tegenwoordiger. Als een der ouders over leden is, is de langstlevende met de voogdij van de minderjarige belast. Deze geldt dan dus als de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige. Zijn beide ouders gestor ven, dan wordt de voogdij uitgeoefend door een voogd, die door de kantonrechter is be noemd. Deze geldt dan dus weer als wette lijke vertegenwoordiger. Soms komt het voor, dat het kind met de moeder hier te lande vertoeft, terwijl de va der zich in het buitenland bevindt. De vraag is, of onder dergelijke omstandigheden de moeder rechtshandelingen namens het kind kan verrichten. Dit is inderdaad het geval. De ouderlijke macht over minderjarige kin deren wordt uitgeoefend door de ouders te zamen. Verkeert echter een der ouders in de onmogelijkheid om de ouderlijke macht uit te oefenen, dan oefent de andere ouder haar alleen uit. De wet bepaalt met betrekking tot het beheer van het vermogen van het kind, dat dit beheer door de vader wordt uitgeoefend, tenzij de moeder de ouderlijke macht alleen uitoefent. Eén van de gevallen, dat de moeder de ouderlijke macht alleen uitoefent, is juist de situatie, die intreedt als de vader wegens afwezigheid of om welke andere reden dan ook zich in de onmogelijk heid bevindt zelf de ouderlijke macht uit te oefenen. De moeder zou ook de ouderlijke macht alleen uitoefenen, als de vader uit de ouderlijke macht ontheven of ontzet was. De wettelijke vertegenwoordiger van iemand, die onder curatele is gesteld, is zijn curator. Deze wordt door de rechtbank be noemd, op verzoek van de onder curatele te stellen persoon zelve, van zijn familie of van het openbaar ministerie. Handelingen, verricht door de wettelijke vertegenwoordiger De wettelijke vertegenwoordiger kan na mens de minderjarige niet zonder meer alle rechtshandelingen verrichten. Voor sommige handelingen heeft hij de toestemming van de kantonrechter nodig. Wanneer iemand, die handelingsonbekwaam is, als lid van de boe renleenbank wordt toegelaten (waartoe, zo als wij boven hebben gezien, de toestemming van de Centrale Bank vereist is), moet de wettelijke vertegenwoordiger namens de handelingsonbekwame het ledenregister van de bank tekenen. Daarvoor behoeft hij niet de toestemming van de kantonrechter. Men late daarbij duidelijk uitkomen, dat de wet telijke vertegenwoordiger namens de hande lingsonbekwame (en niet voor zichzelf) tekent. Heeft de handelingsonbekwame (de min derjarige of de onder curatele gestelde) bij de boerenleenbank een spaarrekening, dan kan de wettelijke vertegenwoordiger, zonder de toestemming van de kantonrechter nodig te hebben, het spaargeld opnemen. Deze laatstgenoemde bevoegdheid kan de boeren leenbank wel eens in een moeilijke positie brengen. Het komt voor, dat de wettelijke vertegenwoordiger de spaargelden bij de bank komt opnemen, terwijl de bank moet vermoeden, dat hij de gelden niet voor de minderjarige wil besteden, maar voor eigen doeleinden (bv. ter financiering van een in vestering in zijn eigen bedrijf). Hoe achtens waardig het doel ook moge zijn, waarvoor de wettelijke vertegenwoordiger het geld van de handelingsonbekwame wil opnemen, toch staat het hem niet vrij om de gelden van de handelingsonbekwame, voor wie hij de wettelijke vertegenwoordiger is, aldus aan te wenden. Na het einde van zijn be heer (dus bv. als de minderjarige meerder jarig is geworden) moet hij rekening en ver antwoording afleggen. Dan kan de minder jarige, of diens opvolger in het beheer, hem tot schadevergoeding aanspreken wegens het verrichten van deze handelingen. Aan de andere kant kan echter de kassier de wette lijke vertegenwoordiger niet beletten om de gelden op te nemen, ook al weet de kassier, dat de wettelijke vertegenwoordiger de gel den wil gebruiken voor eigen doeleinden en niet voor de handelingsonbekwame. De handelingen, waarvoor de wettelijke vertegenwoordiger toestemming van de kan tonrechter nodig heeft, zijn, voorzover voor de boerenleenbanken van belang, voorname lijk: het aangaan van geldleningen of kre dietovereenkomsten voor de minderjarige; 312

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 32