personen of een zelfstandig vermogen, dat
door het recht als een eenheid wordt be
handeld en aan het verkeer deelneemt, als
ware het een natuurlijke persoon. Naamloze
vennootschappen, coöperatieve verenigingen
en stichtingen, de gemeenten, provincies,
waterschappen en het Rijk zijn derhalve
rechtspersonen.
Met de vraag, welke personen hande-
lingsbekwaam zijn, hebben de boerenleen
banken in meer dan één opzicht te maken.
Allereerst is er de kwestie van het lidmaat
schap der bank. Volgens art. 10 van de
statuten der boerenleenbank kunnen tot lid
alleen worden aangenomen die natuurlijke
personen, die bekwaam zijn om overeen
komsten aan te gaan. Ook rechtspersonen
kunnen lid van de boerenleenbank worden.
Natuurlijke personen, die niet bekwaam
zijn om overeenkomsten aan te gaan, kun
nen echter desondanks tot het lidmaatschap
der bank worden toegelaten, indien de Cen
trale Bank daartoe haar toestemming heeft
gegeven.
Handelingsonbekwaam zijn volgens het
Burgerlijk Wetboek zij, die minderjarig
zijn en zij, die onder curatele zijn gesteld.
Minderjarig zijn zij, die de 21-jarige leef
tijd nog niet hebben bereikt. De minder
jarigheid eindigt nochtans reeds voor het
bereiken van de 21-jarige leeftijd, indien
men vóór zijn 21ste verjaardag in het hu
welijk treedt of z.g. handlichting verkrijgt.
Door handlichting kan de minderjarige
meerderjarig worden verklaard, of ook
kunnen hem bepaalde rechten van meerder
jarigheid worden toegekend.
Vroeger (voor 1957) was ook de gehuwde
vrouw handelingsonbekwaam. Daarin is
echter sinds 1957 verandering gekomen.
Tegenwoordig is de gehuwde vrouw han-
delingsbekwaam, zij kan zelfstandig over
komsten sluiten en ook zonder meer lid van
de boerenleenbank worden. Uit het voor
gaande volgt, dat de gehuwde vrouw zelfs
dan handelingsbekwaam is, indien zij nog
geen 21 jaar oud is.
Wat houdt de handelingsonbekwaamheid in
Handelingsonbekwaamheid houdt in, dat
alle rechtshandelingen, die door de hande
lingsonbekwame zelf verricht zijn, in rechte
aantastbaar zijn en dat namens de hande
lingsonbekwame slechts geldig gehandeld
kan worden door zijn wettelijke vertegen
woordiger. Heeft de handelingsonbekwame
zelf een rechtshandeling verricht, dan kan
de ongeldigheid van die rechtshandeling
worden ingeroepen hetzij door zijn wette
lijke vertegenwoordiger, hetzij door de
betrokkene zelf, nadat deze handelings
bekwaam geworden is. Wanneer bv. de
boerenleenbank een zeker bedrag op de
spaarrekening van een minderjarige aan
deze uitbetaalt, kan de minderjarige, na
zijn meerderjarigwording, de boerenleen
bank nog eens tot uitbetaling van dat be
drag aanspreken, stellend dat hij ten tijde
waarop hij dat bedrag ontving, handelings
onbekwaam was. De ongeldigheid van zulke
handelingen kan ook ingeroepen worden
tegenover degene, die te goeder trouw is.
Wanneer bv. de kassier in het zoeven be
doelde geval niet heeft kunnen weten of
zien, dat degene, die het geld bij hem kwam
opnemen, minderjarig was, kan desondanks
de ongeldigheid van deze uitbetaling wor
den staande gehouden.
Wanneer iemand onder curatele staat,
geldt precies hetzelfde voorschrift. Als de
bank aan degene, die onder curatele staat,
een betaling verricht, is deze ongeldig en
dus kan naderhand de nietigheid van die be
taling worden ingeroepen, ongeacht of de
bank ten tijde waarop zij deze betaling ver
richtte wist of de betrokken persoon han
delingsonbekwaam was of niet.
De ongeldigheid kan zelfs worden inge
roepen, wanneer de handelingsonbekwame
handelde met de voorafgaande toestemming
van de wettelijke vertegenwoordiger. Als de
wettelijke vertegenwoordiger de handeling
van de handelingsonbekwame echter achter
af uitdrukkelijk of stilzwijgend goedkeurt,
kan de ongeldigheid van die handeling niet
meer staande worden gehouden. Stilzwij
gende goedkeuring doet zich voor, als de
wettelijke vertegenwoordiger met de hande
ling (bv. de betaling) bekend is en daartegen
niet binnen een redelijke tijd bezwaar maakt.
Wie is de wettelijke vertegenwoordiger
Een volgende vraag, die nu naar voren
komt, is wie de wettelijke vertegenwoordiger
is. De wettelijke vertegenwoordiger van een
minderjarige is degene, die de ouderlijke
311