miljoen. Deze is gepaard gegaan met een gelijktijdige stijging van de goudvoorraad der Nederlandsche Bank van 4281 tot 4711 miljoen, een aanwas derhalve van rond 430 miljoen. Het trekt aldus de aan dacht, dat de Nederlandsche Bank de in de afgelopen maanden toegevloeide deviezen vrijwel helemaal in goud heeft omgezet. (De monetaire reserves omvatten immers ook de goudvoorraden). Men weet, dat het opslaan van goud een verliesgevende bezigheid is, omdat zulks hoegenaamd geen rentebaten met zich brengt, in tegenstelling tot devie- zenbezit, dat bestaat uit tegoeden in betaal middelen, die in het buitenland worden aangehouden en rente afwerpen. Door de banken te verplichten tegenover die monetaire reserves een renteloos tegoed aan te houden wordt bereikt, dat deze mede de lasten dragen van het renteloze goud- bezit. Het middel is echter indirect toch ook bedoeld tot een zekere afroming van de overvloed aan binnenlandse liquiditeiten. Reeds eerder hebben wij er op gewezen, dat de Nederlandsche Bank onder de hui dige omstandigheden niet zo erg gesteld is op terugtrekking van buitenlandse tegoeden door de handelsbanken, maar dat de neiging daartoe de laatste tijd is versterkt door de rentedaling in het buitenland en in het bij zonder in de Verenigde Staten. Nieuw instrument tot kredietbeperking Inmiddels heeft de Nederlandsche Bank bij wijze van voorzorgsmaatregel een regeling getroffen, in overleg met het bankwezen, die haar een nieuw wapen verschalt voor een eventueel noodzakelijke beperking van de kredietverlening. Die regeling komt er in het kort op neer, dat bij de overschrijding van een bepaald kredietplafond de desbe treffende instelling een even groot bedrag bij de circulatiebank als renteloos deposito zal moeten aanhouden als dat, waarmee het kredietplafond werd overschreden. Voorals nog zal dit wapen echter niet worden gehan teerd, omdat er van monetaire spanningen en een te sterke kredietverlening hier te lande eenvoudig geen sprake is. Hogere emissiekoers der B.N.G. Het paste geheel in de lijn van het op gaande koersverloop op de obligatiemarkt, dat de koers van uitgifte voor de tweede 4V« lening, waarmee de Bank voor Ne derlandsche Gemeenten ten tonele is ver schenen, op 99V2 °/o werd gesteld, derhalve V4 hoger dan bij de uitgifte van een maand te voren. Het couponrendement van die nieuwste lening komt op basis van de emissiekoers uit op 4,52 °/o en het effectieve rendement op 4,56 °/o, uitgaande van een gemiddelde looptijd van I2V2 jaar. Bij het eindigen van de maand juli no teerde de voorgaande 4V2 °/o lening der B.N.G. precies pari, waardoor het coupon rendement en het effectieve rendement bei de precies op 4V2 uitkwamen. De 5 lening van de K.L.M., die a pari is uitge geven en zeer gunstig werd onthaald, no teerde eind juli reeds 102 °/o of 2 boven de emissieprijs. Rentedaling op de geldmarkt Ook in de sector van de geldmarkt heeft de ruimte van liquiditeiten, teweeggebracht door de overheveling van buitenlandse be taalmiddelen van het particuliere bankwe zen naar de centrale bank, die daartegenover uiteraard guldens moest neertellen, tot een verdere daling van de rentetarieven geleid. Zowel voor promessen maximum loop tijd één jaar als voor schatkistbiljetten, welker looptijden uiteenlopen van 1 tot 5 jaar, werden de tarieven door de agent van het ministerie van Financiën met V& ver laagd. Via de noteringen der kort lopende staats leningen beïnvloedt een daling van de rente voor geldmarktpapier zoals men weet ook de rentevoet op langere termijn, evenzeer als het omgekeerde het geval kan zijn. Er is in elk geval als regel een nauwe wederzijdse samenhang. Positie van de schatkist Het tegoed van de schatkist bij de Neder landsche Bank heeft door de driemaande lijkse betaling van het Rijk aan de gemeen ten op 25 juli een aderlating van ruim 300 miljoen ondergaan, waardoor het tot 410 miljoen terugliep. Verder waren er tegen het einde van de maand aflossingen tot niet minder dan een half miljard gulden op af lopend schatkistpapier in het vooruitzicht. Daar stond echter tegenover, dat een was sende stroom van belastingontvangsten in het vooruitzicht was, zowel wegens het ver- 305

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 25