Moeten wij derhalve de allure van een grootbank aannemen? Neen, want men mag nimmer vergeten, dat juist de van de oprichting af gegroeide sfeer van genoeglijkheid, die aan de boe renleenbanken zulk een eigen cachet geeft, onze banken een specifieke eigen plaats in het Nederlandse bankwezen heeft bezorgd. Een voorbeeld ter verduidelijking: Een klant, die in een winkel door de eigenaar met een „goeden morgen mijnheer Pietersen" vriendelijk wordt begroet, zal dit aangenamer treffen dan de korte vraag „U wenst?" van een verkoper in een groot warenhuis. In beide gevallen is de ontvangst welis waar correct, maar in het eerste geval voelt de klant zich thuis. Men kent hem bij naam en er is een prettig persoonlijk contact. Dit persoonlijke contact nu is iets wat men in zo grote mate aantreft bij onze banken. Door cliënten zult u het wel eens zo hebben horen vertellen: „op de ....bank voel ik me een nummer en vooral indien ik kom om een kleiner bedrag, heb ik dikwijls het gevoel van onbelangrijk te zijn Het persoonlijke contact is dus een punt in het voordeel van onze banken, dat met zorg gehanteerd dient te worden. Allerminst houdt dit een advies in om in het vervolg nu maar met iedere cliënt een gezellige praatpartij op te zetten. Bovendien is het uitermate lastig om met een opgeruimd ge zicht en vol belangstelling te luisteren naar verhalen over de slechte varkens- prijzen de hoge belastingen enz. enz. Vooral als er nog een stapel werk ligt te wachten, is de neiging sterk om aan zo een gesprek een abrupt einde te maken. Elk gesprek kan echter met een beetje tact on opvallend worden beëindigd. We houden ons dan tevens goed voor ogen dat de cliënt, die zijn hart heeft gelucht, in een goede stemming de bank verlaat op de boe renleenbank hebben ze begrip getoond voor zijn moeilijkheden. De meeste mensen hebben nu eenmaal de behoefte om veel te praten en hun moeilijk heden aan anderen voor te leggen. Laat men vooral ook nooit vergeten, dat iedere tevreden cliënt een wandelende reclame van de bank is. Men praat allicht wel eens over bank zaken met anderen en indien dat gaat als volgt: „bij de boerenleenbank wordt je pret tig geholpen, ze hebben daar de tijd voor je is dat een gratis en goede reclame voor onze banken. Veel mensen hebben nu eenmaal de nei ging anderen hun zienswijze op te dringen. Men constateert eerst iets en dan volgt er een advies om ook van het genotene te pro fiteren. Over de bank kan dat zijn: ik ben bij de boerenleenbank, ze helpen je daar prettig (constatering en nu verder het advies) die bank kan ik je zeker aanbevelen". Hebben wij dus begrip voor het feit, dat de meeste mensen graag praten, dan houdt dat in, dat er een tegenpartij moet zijn, die goed kan luisteren. Dit laatste is lang niet zo eenvoudig als het hier staat, juist omdat de meeste mensen liever praten dan luiste ren. Het aandachtig luisteren is bepaald een hele kunst. Neem u voor geïnteresseerd te luisteren naar uw cliënten. Zie de cliënt als iemand, die reclame voor u maakt. De cliënt is uitermate belangrijk Ook voor onze banken geldt, dat de klant koning is. De omgang met de cliënt dient derhalve met de grootste zorg te geschie den. Van de kassier of het personeel van de bank vraagt dit veel inzicht en mensen kennis, want iedere cliënt is weer anders. Zo zal de één correct en vlug geholpen wil len worden, maar een tweede heeft alle tijd (en vraagt ook alle tijd van u). Een derde vraagt u om diensten waar u eigen lijk niets voor voelt („och meneer, wilt u even een brief voor me schrijven naar ik ben daar niet zo handig in"), een vierde zal zich er aan ergeren als een loket bediende met onverzorgde handen helpt of als iemand staat te roken. Men heeft er geen idee van hoe gauw mensen zich aan, in onze ogen, futiliteiten ergeren. Laat ons eens een aantal punten op schrijven, waarop iedere kassier dient te letten. De inachtneming van deze pun- 277

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 37