gedaan, dat de vader borg was voor een
voorschot, dat door de bank aan zijn zonen
was verleend. De vader overleed en de bank
stond voor de vraag, hoe zij nu moest hande
len. Door het overlijden van de vader was
de borgtochtschuld op de zonen overgegaan;
deze waren dus als het ware borg geworden
voor hun eigen verbintenissen.
Wanneer de vader overlijdt, die borg is
voor zijn zonen, heeft dit tot gevolg, dat de
aan de zonen verstrekte lening niet langer
door zekerheid wordt gedekt. Er moet dus
voor de lening een nieuwe zekerheid gesteld
worden, of de bank zou genoodzaakt zijn tot
liquidatie van de post over te gaan. De
goederen van de vader zijn namelijk met die
van de zonen vermengd en de schuldeisers
van de zonen hebben verhaal gekregen op het
van de vader afkomstige vermogen. Dit is
althans het geval, wanneer na het overlijden
tussen de erfgenamen van de overledene een
boedelscheiding heeft plaatsgevonden.
Natuurlijk is ook de omgekeerde situatie
denkbaar, dat namelijk de zoon als borg is
opgetreden voor de vader. Ook in een derge
lijke situatie kan men, als de vader overleden
is .niet langer zeggen, dat de vordering van
de bank voldoende gedekt is. Hier zal dus
eveneens nieuwe zekerheid gesteld moeten
worden.
Faillietverklaring van de borg
Een van onze banken vroeg ons onlangs,
wat er gedaan moet worden als een borg in
staat van faillissement komt te verkeren.
Wordt een borg failliet verklaard, dan zal
de voorschotnemer, c.q. de kredietnemer,
verzocht moeten worden op korte termijn
andere persoonlijke of liefst zakelijke zeker
heid stellen. Betreft de borgstelling een
krediet in lopende rekening, dan zal, zodra
de bank met het faillissement op de hoogte is,
het krediet geblokkeerd moeten worden tot
dat andere zekerheid ten genoege van het
bestuur is gesteld.
Wordt geen andere zekerheid gesteld, dan
zal het voorschot of krediet moeten worden
opgezegd en het verschuldigde moeten wor
den ingevorderd. De borgtochtsvordering
dient bij de curator te worden ingediend.
Uiteraard geve men van al deze omstandig
heden onmiddellijk kennis aan de Centrale
Bank (juridische afdeling). Deze zal alsdan
adviseren, hoe verder gehandeld moet
worden.
Kan de borg de borgtocht opzeggen?
Een voor vele boerenleenbanken belang
rijke materie blijkt te zijn de vraag, of de
borg zich door opzegging aan zijn verplich
tingen kan onttrekken. Wij zullen deze vraag
achtereenvolgens bespreken voor opzegging-
van een borgtocht, die gesteld is voor een
voorschot, en opzegging van een borgtocht,
die gesteld is voor een krediet.
Opzegging van een borgtocht, die gesteld
is voor een voorschot, kan nimmer plaats
vinden. Wel kan de borg zich onder zekere
omstandigheden tot de schuldenaar wenden
en deze verzoeken voor zijn ontslag uit de
borgtocht te zorgen. De omstandigheden,
waaronder dit mogelijk is, zullen zich echter
niet zo spoedig voordoen. De belangrijkste
omstandigheid, bij het intreden waarvan de
borg de schuldenaar kan verzoeken, dat deze
voor zijn ontslag uit de borgtocht zorgt, is
het geval, dat de hoofdverbintenis niet voor
een bepaalde termijn is aangegaan. In dit ge
val kan de borg na verloop van 10 jaren zich
met het verzoek tot de schuldenaar wenden
om van zijn verbintenis ontheven te zijn.
Tegenover de bank betekent dit alleen, dat
de borg verbonden blijft totdat de bank hem
ontslag gegeven heeft, hetgeen de bank alleen
zal doen als door de schuldenaar andere
zekerheid, naar genoegen van het bestuur van
de bank, wordt gesteld.
Hoe moeten wij denken over de vraag, of
de borgtocht voor een krediet in lopende
rekening opgezegd kan worden? Dit hangt af
van de tekst van de akte, waarin de borg
tochtsverplichting is vastgelegd. Tegenwoor
dig staat in al onze kredietakten onder
zekerheid van borgtocht, dat de borg zich
„onherroepelijk" verbindt, dat wil dus zeg
gen. dat hij in geen geval de bevoegdheid
heeft om zijn borgtocht op te zeggen. Der
halve mist degene, die zich als borg voor een
krediet verbonden heeft, de bevoegdheid zich
door opzegging van de borgtocht aan de
borgtocht te onttrekken. Bij oudere krediet
akten moet men echter oppassen. Men zende
deze voor nadere advisering aan de Centrale
Bank.
Wel zouden wij willen menen, dat degene
die zich als borg voor een krediet verbonden
274