WENKEN VOOR KASSIERS spaarbanken, is ook het beloop van de spaar gelden bij de aangesloten banken in de stede lijke sfeer, waarbij zelfs een hoger spaar overschot voorkomt dan in de maand mei van de jaren 1958 en 1959. De positieve spaarverschillen bedragen in de maand juni bij de bij Utrecht en Eind hoven aangesloten banken respectievelijk 12,8 miljoen en 10,3 miljoen en bij de Rijkspostspaarbank 17.6 miljoen. De meeste banken zullen thans wel in het bezit gekomen zijn van de premienota van de bedrijfsvereniging voor bank- en ver zekeringswezen over het jaar 1959. Indien het totaalbedrag van de over 1959 verschuldigde voorschottermijnen (geacti veerd op de rekening „Voorschotten sociale verzekering") hoger is dan het premiebedrag over 1959 (beide bedragen staan vermeld op bedoelde nota), zal het verschil door ge noemde bedrijfsvereniging meestal per postgiro worden overgemaakt. In het andere geval zal de bank het verschil moe ten betalen. In beide gevallen wordt het premiebedrag over 1959 als verlies afgeboekt en het be drag van het voorschot gecrediteerd op de rekening „Voorschotten sociale verzeke ring". Wanneer aangenomen wordt, dat de be taling door de bank per Centrale Bank plaats vindt, zal in het eerste geval de uitgaafkolom Postgiro van het giroboek worden gebruikt en in het tweede geval de ontvangstkolom Centrale Bank. Banken, die liever met journaalposten werken, journaliseren in het eerste geval (b.v. voorschot 1959 650,en premie 1959 630,—): premie sociale lasten 620, postgiro 30,— aan voorschotten sociale verzekering 650, en in het tweede geval (b.v. voorschot 1959 610,en premie 1959 630, premie sociale lasten 630, aan voorschotten sociale verzekering 610, aan Centrale Bank 20, Voor de goede orde vestigen wij om dubbel werk te voorkomen er de aan dacht op, dat het inperkingsformulier no. 238 wanneer bankhypotheek is gesteld niet meer gebruikt behoeft te worden. Im mers de inperking behoort dan genoteerd te worden op de onderhandse kredietakte C, behorende bij het afschrift van de bank- hypotheekakte. Bedoelde kredietakte wordt in duplo getekend en men denke er wel aan, dat de kredietnemer ook in het bezit van een dergelijk exemplaar gesteld moet wor den. (Dit geldt evenzo voor alle overdrachts akten, waarbij door de afdeling inspectie meermalen wordt geconstateerd, dat de bank in het bezit van beide exemplaren is.) Het tekenen van een inperkingsformulier no. 238 is alleen nodig in die gevallen, waarin de hypotheek strekt tot zekerheid van een bepaald krediet zoals in de eerste plaats bij verreweg de meeste krediethypo- theekakten, welke gebezigd worden voordat tot invoering van het systeem van bank- hypotheken werd overgegaan en in de twee de plaats, indien de hypotheek om welke reden dan ook ook thans niet in de vorm van een bankhypotheek gevestigd wordt. Samenvattend kan dus gezegd worden, dat indien zich bij de hypotheekakten on derhandse akten C bevinden, het doen tekenen van een inperkingsformulier no. 238 niet nodig is. Ten slotte bevelen wij de lezing van het onderwerp „De hypotheekakten", voorko mende in de groene map „Brochures I", ten zeerste aan. 272

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 32