mede bepaald door het stelsel van teeltver gunningen, dat juist ten doel heeft de produktie enigermate in overeenstemming te brengen met de afzetmogelijkheden. Boven dien is het minimumprijzenstelsel, dat de tuinder enerzijds voor al te grote catastrofes vrijwaart, anderzijds voldoende verliesgevend om een teelt op de steun te voorkomen. Toch werkt dit systeem niet verstarrend, doch biedt voldoende ruimte voor aanpassing aan de marktsituatie. Dat de tuinbouw de moge lijkheden ook terdege weet te benutten, moge b.v. blijken uit de grote vooruitgang van de export van enkele produkten van de glas cultuur, met name de tomaten en komkom mers. Van de totale produktie van 200.000 ton tomaten wordt 150.000 ton geëxporteerd. Overleg In zijn te Sas van Gent gehouden rede heeft de minister wellicht bedoeld meer dan op de individuele boer een beroep te doen op de georganiseerde landbouw om er aan mee te werken, dat in de toekomst zodanige mid delen ter realisering van het landbouwbeleid worden gehanteerd, dat „een scheefgroeien van de landbouwproduktie wordt voor komen". Wij menen te weten, dat over het toe komstige beleid overleg gaande is al heeft ir. Geuze zich er nog kortgeleden over be klaagd, dat daarover nog zo weinig bekend is. Ongetwijfeld zal bij dit overleg vooral aandacht (moeten) worden geschonken aan de vraag welk instrumentarium moet worden gekozen om de produktie meer in vereen- stemming te brengen met de afzetmogelijk heden. Volgens een officieel persbericht is de minister van mening, dat ,,de krachtproef, welke het landbouwbeleid de laatste jaren heeft moeten ondergaan, als het ware een zwakke plek in het garantiebeleid heeft bloot gelegd, namelijk het feit dat wanneer de prijsontwikkeling wordt losgemaakt van de afzetmogelijkheden, de produktie zich in een geheel verkeerde richting kan gaan ontwik kelen". Waar juist het garantiebeleid beoogt de prijsvorming van de belangrijkste produk ten te beschermen tegen de instabiliteit van de prijzen op de wereldmarkt dus in be ginsel los van de afzetmogelijkheden is het de vraag of voor dit probleem wel een op lossing kan worden gevonden zonder de doeleinden van het landbouwbeleid, nl. het waarborgen van een redelijke bestaansmoge lijkheid, geweld aan te doen. Bij het zoeken naar een oplossing van dit welhaast moeilijkste probleem in de land bouwpolitiek moet ook worden bedacht, dat de agrarische produktie veel meer dan in andere bedrijfstakken in sterke mate af hankelijk is van de natuur, waardoor het aanbod moeilijk is te regelen. Bovendien is de vraag zeer star en wordt weinig beïnvloed door de prijs. Het betreft hier voorts geen nationaal vraagstuk, doch in praktisch alle landen zit men met de vraag hoe men enerzijds de land bouw een voldoende bestaansmogelijkheid kan waarborgen en anderzijds overschotten vermijden. Bij het overleg in Nederland tus sen overheid en georganiseerde landbouw zal men ook rekening moeten houden met de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de Euromarkt, waarover de Europese Commissie dezer dagen defini tieve voorstellen bij de regeringen aanhangig heeft gemaakt. Het zou al te dwaas zijn dat Nederland, in afwachting van het gemeen schappelijk beleid, thans bepaalde produkties zou inkrimpen, terwijl tegelijkertijd in de partnerlanden deze produkties minder rationeel dan in Nederland een sterke uit breiding ondergaan (zoals b.v. met de melk het geval is). Zowel in Nederland zelf. alsook in E.E.G.- verband, zal ongetwijfeld in de komende tijd nog veel overleg moeten worden gevoerd om een instrumentarium te vinden en toe te kunnen passen dat een oplossing geeft voor het moeilijke vraagstuk van de land bouwpolitiek nl. het op de juiste wijze combi neren van een redelijke inkomensgarantie met een op een koopkrachtige vraag afgestemde produktie. 251

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 11