garant heeft gesteld. Indien de taxatie afwijkt van de aanvankelijk aangehouden waarde van het onderpand en de voorgestelde hypo theek moet worden verlaagd in verband met de statutaire normen, wordt op het fonds wederom een beroep gedaan om de garantie te verhogen. In verband hiermede werd in bovenge noemde circulaire verzocht eerst de taxatie waarde van het onderpand te bepalen en de dispensatieaanvrage bij de Centrale Bank in te dienen en daarna de garantie van het Borgstellingslonds aan te vragen. Groep 5 Effecten 5.00 van 18 mei 1900: in deze circulaire werd aan de banken bericht, dat het bij de Centrale Bank gebruikelijk was in het hoofd van de geadministreerde effectendepots een aantekening betreffende verpanding te plaat sen. Daar in de praktijk is gebleken, dat de effectenafdeling onregelmatig van deze ver pandingsovereenkomsten op de hoogte werd gesteld, zal deze aantekening in den vervolge achterwege worden gelaten. In deze circulaire werd tevens een oproep voor een mannelijke kracht bij de Coöp. Railfeisenbank ..Papendrecht" geplaatst. 5.40 van 29 april 1960: aangezien vele cliënten van de aangesloten banken in het be zit zijn van 6 Schuldbrieven van de in staat van faillissement verkerende N.V. HACO, wordt aan de banken bericht, dat schuldvorderingen vóór 4 juni 1960 bij de curator moeten worden ingediend. De schuld vordering kan slechts worden erkend tegen gelijktijdige indiening van de obligaties met couponbladen. 5.40 van 18 mei 1960: onder verwijzing naar de circulaire van 29 april werd aan de banken medegedeeld, dat houders van nog niet afgewikkelde contracten met de N.V. HACO de schuldvorderingen, voortvloeiende uit deze contracten, rechtstreeks aan de cura tor in het faillissement van deze N.V. dienen op te geven. Groep fi Centrale Bank enz. 6.01 van 16 mei 1960: aangezien het nog al eens voorkomt, dat functionarissen van onze banken zonder voorafgaand overleg aange legenheden met de directie of staffunctiona rissen van de Centrale Bank komen bespreken, werd in deze circulaire verzocht, zo mogelijk tijdig, van tevoren overleg te plegen om trent deze besprekingen. In deze circulaire werd tevens een oproep voor een plaatsvervangend kassier voor het bijkantoor van de Coöp. Boerenleenbank te Boyl geplaatst. Groep 8 Buitenland 8.30 van 19 mei 1960: in deze circulaire werden bijzonderheden verstrekt aangaande de inwisseling van buitenlandse betaalmidde len, cheques en reischeques, alsmede het doen van uitbetalingen op reiskredietbrieven, aan geboden door niet-ingezetenen. Groep 9 Diversen 9.21 van 27 mei 1960: met deze circulaire werd aan de banken een raambiljet gezonden, m.b.t. tot de verwisseling van bankbiljetten van 1.000,en 50,beide model 1945. Deze biljetten kunnen tot en met 15 juli 1960 ter verwisseling worden aangeboden. Met deze circulaire werd tevens de circu laire van 21 oktober 1959, rubriek I: admini stratie no. 21 nogmaals onder de aandacht gebracht met betrekking tot de regels, die gelden voor de inlevering van bank- en muntbiljetten en munten. Op de keerzijde van deze circulaire werden wijzigingen opgenomen, aan te brengen in de adreslijst van boerenleenbanken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 45