uit alle kringen van de organisatie een beroep op
Het bestuur gevoelt zich dankbaar, dat de
organisatie zolang over een man van zijn
kaliber heeft kunnen beschikken. En het be
stuur gevoelt behoefte om nog op andere
wijze dan door waarderende woorden ken
baar te maken hoezeer de verdiensten van de
heer Hendriksen op prijs zijn gesteld. Prof.
Minderhoud overhandigt de heer Hendriksen
vervolgens de gouden medaille, wegens bij
zondere verdiensten voor het Nederlandse
landbouwkrediet. „U moge in deze gouden
medaille, waarmede wij uiterst spaarzaam
omgaan, een bewijs zien van onze waardering,
onze hoogachting en onze erkentelijkheid",
aldus besloot prof. Minderhoud zijn rede.
tot genoegen van het bestuur beschikbaar gesteld
om nog enkele jaren op te treden als adviseur van
het bestuur en van de directie. Dit brengt uiteraard
mede, dat zijn werkzaamheden heel anders worden
en met name zal het contact met de aangesloten
banken en functionarissen veel minder zijn dan
vroeger. Al betekent het aftreden van de heer Hen-
driksen als directeur dus geen definitief afscheid,
toch wil het bestuur in deze massale bijeenkomst
gaarne uitdrukking geven aan de grote dankbaar
heid van de Centrale Bank en van de gehele orga
nisatie voor de wijze, waarop de heer Hendriksen
in de loop der jaren al zijn Juncties heelt verricht.
Reeds bij zijn 40-jarig jubileum zijn de uitstekende
kwaliteiten van de heer Hendriksen in het licht ge
steld, maar de heer Minderhoud wil dit graag her
halen voor het forum van deze algemene vergadering.
Hij herinnert er aan, dat de heer Hendriksen er in
is geslaagd geheel door eigen verdienste op te
klimmen tot de hoogte sport van de ladder in deze
organisatie. Dit krijgt nog meer reliëf als men be
denkt, dat van 1922 tot 1948 de directie van de
Centrale Bank uit twee personen heeft bestaan. Toen
in 1955 de heer Visser aftrad, werd besloten de
heer Hendriksen, die toen hoofd-inspecteur was,
wegens zijn uitstekende werkzaamheden in die kwali
teit, tot adjunct-directeur te benoemen. Ook in deze
positie toonde de heer Hendriksen zulke uitzonder
lijke kwaliteiten, dat in 1957 het bestuur op voorstel
van de directie besloot de heer Hendriksen tot direc
teur te benoemen. De organisatie zag hierin een er
kenning van zijn bijzondere verdiensten. Moeilijk
kunnen hier alle bijzondere kwaliteiten en capaci
teiten naar voren gehaald worden, die de heer Hen
driksen in staat hebben gesteld om zulk een succes
rijke en eervolle carrière te maken. Genoemd mogen
worden zijn helder en gezond verstand, daarnaast een
bijzonder grote werkkracht en nooit afnemende toe
wijding. Daar kwam bij, dat de heer Hendriksen als
geen ander het vertrouwen en de sympathie heeft
weten te verwerven van alle instanties en personen,
waarmede hij in zijn lange loopbaan in aanraking
is gekomen. Ontelbaar zijn de gelegenheden, waarbij
hem werd gedaan. Als bepaalde verzoeken niet voor
inwilliging vatbaar ble'ken of aan bepaalde klachten
onmogelijk kon worden tegemoet gekomen, gaf de
heer Hendriksen zich steeds de grootste moeite om
duidelijk te maken waarom het niet kon en degenen,
die de weigering moesten incasseren, gingen naar huis
in de overtuiging, dat met hun bezwaren ten volle
rekening was gehouden. Ontelbaar zijn in de organi
satie degenen, die de heer Hendriksen als hun vriend
beschouwen. Dat de heer Hendriksen aller vriend
was betekende niet, dat hij een allemans vriend was.
Integendeel, zijn overtuiging heeft hij altijd beslist en
zo nodig met vuur en welsprekendheid verdedigd. Zijn
woorden hadden gezag.
REDE VAN DE HEER GEERTSMA
Vervolgens verleent de voorzitter het woord aan
de heer J. C. Geeritsma, secretaris van het bestuur
van de Coöperatieve Boerenleenbank ..Landbouwbe
lang" (Raiffeisenbank) Hengelo (Gld.). De heer
Geertsma richt zich namens de ringen en de aange
sloten banken tot de heer Hendriksen. Hij brengt de
dankbaarheid der organisatie naar voren wegens het
vele dat de heer Hendriksen voor de aangesloten
banken heeft gedaan. De banken zijn zich ervan be
wust, dat zij in hoge mate hebben mogen profiteren
van de grote gaven van de heer Hendriksen. De
Centrale Bank heeft in de heer Hendriksen een voor
treffelijk ambassadeur gehad.
Velen kwamen naar de heer Hendriksen met hun
problemen en moeilijkheden. Voor het oplossen daar
van is niet alleen parate kennis nodig, men moet ook
de mensen en hun opvattingen kennen. Dit was in
hoge mate het geval bij de heer Hendriksen.
Het doet spreker goed, dat de heer Hendriksen nog
in zijn kwaliteit van adviseur aan de organisatie ver
bonden blijft. Iedere bank zal het zich een eer reke
nen de heer Hendriksen te gast te mogen hebben.
Spreker is er van overtuigd dat, hoewel het scheiden
van de organisatie weemoedig is, de dankbaarheid
bij de heer Hendriksen toch de overhand zal hebben,
te meer daar de band niet wordt doorgesneden.
De heer Geertsma richt zich tevens tot mevrouw
Hendriksen. Hij ontveinst zich niet. dat de huislijk
heid wel af en toe zal hebben geleden onder de vele
tijd. die de heer Hendriksen voor de organisatie be
schikbaar heeft gesteld, ook buiten de normale kan
tooruren. Wat de heer Hendriksen heeft gedaan en
bereikt voor de organisatie is echter slechts mogelijk
geweest door de opofferingen van mevrouw Hen
driksen. De heer Geertsma hoopt, dat dit een vol
doening voor haar moge zijn.
Namens de aangesloten banken en de ringen biedt
de heer Geertsma aan de heer Hendriksen een gram
mofoonplaat aan, vergezeld van een cheque, bestemd
om besteed te worden aan platen naar keuze van de
heer Hendriksen.
De heer C. Geertsma huldigt de heer Hendriksen
namens de organisatie.
218