deel van het gezinsleven moest afstaan aan de Centrale Bank, vooral door de vele en langdurige uitreizen. De heer Hendriksen gaat dan door. „Jarenlang heb ik mogen samenwerken „met de heer Visser en ik zie met genoegen „terug op onze uitstekende verstandhouding. „Juist door allerlei moeilijkheden kwamen „wij dichter tot elkaar. Ik denk daarbij aan „de crisisjaren, toen de spaargelden terug liepen en de verminderde liquiditeit enige „malen een beroep op de Nederlandsche „Bank noodzakelijk maakte. „Spannend waren toen soms de verhou dingen tot de lokale banken, die een af spiegeling vonden in de algemene verga dering. „Ik zie nog de heer Stroïnk staan, toen hij „de economische toestand schetste met de „enigszins theatrale uitroep: Ik moet u „mededelen, dat het vette spek gedaald is „tot 6 ct. per pond. „Toch kon juist in deze tijd de organisatie „de eenheid opbrengen om het „Kapitaal „voor de Bijzondere Doeleinden" te stich tten, teneinde de moeilijkheden het hoofd te „bieden. „We zijn door die zwarte jaren heen- bekomen, ook al heeft het soms de groot ste inspanning gekost om de nodige samen werking bij de lokale banken tot stand te „brengen. „Een enigszins straf optreden gaf in een „vergadering de uitroep: „Voorzitter, wat „doet die vreemde man hier? „Waarop ik prompt repliceerde: Artikel „26 sub b. geeft een ambtenaar van de Cen trale Bank het recht de vergadering bij te „wonen. „Onnodig te zeggen, dat het hele artikel „niet bestond. De heer Hendriksen gaat onvermoeid door. Telkens wordt zijn verhaal gelardeerd met anecdoten, die met verve uit het ver leden te voorschijn komen. Helaas ont breekt de ruimte om ze in extenso weer te geven, zoals dat geval in R. waar een frau derend kassier ontwapend moest worden. De heer Visser ontlaadde de revolver, maar liet helaas één patroon zitten, die op een haartje na ongelukken veroorzaakte, toen de burgemeester het wapen later in het gemeentehuis „probeerde". Spannend was de fraude te K. waar de inspectie elke avond zitting hield en waar doorlopend grote bedragen werden terug gehaald. Een belangrijke fraude, die door een in zameling in de organisatie werd gedekt, had tot gevolg, dat het Onderling Waarborg fonds werd opgericht. Oorlog en geldzuivering De oorlogsjaren liggen nog vers in het geheugen. Onze vraag luidt: „Kunt u nog „enkele bijzondere ervaringen weergeven „uit die tijd?" „Helaas waren die jaren maar al te rijk „aan bijzondere gebeurtenissen. We ston- „den ook als Centrale Bank onder Duitse „pressie en het viel niet mee om hun maat regelen te ontwijken. „Toch werd er tijdens de oorlog nog aan „de opbouw van onze organisatie gewerkt. „Ik heb daaraan nog een heel bijzondere „herinnering. „In november 1943 ging ik op de fiets „van Steenwijk naar de nieuwe N.O. Pol- „der om te Marknesse onze bank op te „richten, die in Emmeloord zou worden „gevestigd. „Dat was me een tocht. Van Ambt-Vol- „lenhove de polder in. Eerst asfalt, toen „kiezel en toen klei en nog eens klei. „Regen, wind en modder. „Tenslotte maar de fiets op de rug en „baggeren op het pinkende licht af. Het „ledenregister werd kort daarna getekend „door 25 personen en de nieuwe bank lag „in de wieg." „Wij hebben overigens van heel nabij de „oorlogsellende meegemaakt. In september „1944 waren wij op familiebezoek in Does burg. Juist die zondag ontbrandde de slag „om Arnhem. Daar zaten we dan, afgesneden „van het westen, temidden van het oorlogs geweld, waarvan Doesburg volop zijn deel „heeft gehad. „Dagenlang hebben we doorgebracht in „schuilkelders, om nog bijna getroffen te „worden door een neerstortende bommen werper. „Mijn isolement in de Achterhoek heeft „tot na de bevrijding geduurd. We leefden „toen in de tijd van de hulp-centrales, zo- bat ik gelukkig een nuttig contact kon 210

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 14