die wij boven uiteengezet hebben, daadwer kelijk ondervangen worden. Door de boer of de tuinder wordt met een of meer van zijn zoons, die voorbestemd is of zijn het be drijf na zijn overlijden voort te zetten, een zogenaamde familievennootschap gesloten. Door de boer of tuinder wordt de eigendom van zijn bedrijf met alles wat erbij behoort, zoals de levende en dode bedrijfsinventaris, in de vennootschap ingebracht. In de vennootschapsovereenkomst wordt de clausule gemaakt, dat na het overlijden van een van de vennoten de zaken der ven nootschap door de overblijvende vennoten zullen worden voortgezet. Zijn er meer dan twee personen in de vennootschap verenigd, dan wordt tevens de bepaling gemaakt, dat door het overlijden van een der vennoten de vennootschap niet zal zijn ontbonden. Tevens wordt bepaald, dat in de vorenbe doelde gevallen de in de vennootschap inge brachte zaken zullen verblijven aan de over blijvende vennoot of vennoten, onder ge houdenis van deze(n) om aan de erfgenamen van de overleden vennoot de waarde van het aandeel van de overledene in de ven nootschap te vergoeden. De vader, die zijn bedrijf in de vennootschap inbrengt, wordt voor zijn inbreng in de boeken van de ven nootschap gecrediteerd. Voorts kan het ge wenst zijn te bepalen, dat bij overlijden van de vader hertaxatie van de waarde van zijn inbreng zal plaats vinden. Op deze wijze wordt bereikt, dat de kinderen, die in de vennootschap opgenomen zijn, niet al te zeer bevoordeeld worden boven de kinderen, die hun heil elders hebben moeten zoeken. Wan neer de vader overlijdt, krijgen de laatstbe doelde kinderen dezelfde portie uit het ouderlijke vermogen, als zij ontvangen zou den hebben, indien de vader zonder het treffen van enige voorziening overleden zou zijn, met dien verstande, dat hun dit aan deel uitbetaald wordt in de vorm van een geldsom. In de vennootschapsovereenkomst kan de bepaling worden gemaakt, dat de zoge naamde wijkende kinderen het geldsbedrag, dat overeenkomt met hun portie in de na latenschap van hun vader, niet terstond in zijn geheel kunnen opvorderen, doch ge noegen moeten nemen met uitbetaling in termijnen. Een vennootschapsovereenkomst als vo renbedoeld kan ook gesloten worden als de moeder nog in leven is en de ouders in al gehele gemeenschap getrouwd zijn. Gewoon lijk zal de moeder dan haar goedkeuring moeten geven aan de inbreng van de boer derij of het tuindersbedrijf in de vennoot schap, omdat in de meeste gevallen de boer derij haar woning zal zijn en volgens de nieuwe wetgeving op het gebied van het huwelijksgoederenrecht de woning van de vrouw door de man niet zonder haar toe stemming mag worden vervreemd. Inbreng in de vennootschap moet met vervreemding worden gelijkgesteld. Het afsluiten van het vennootschapscon tract door de vader met zijn zoon of zoons zal meestal tot gevolg hebben, dat deze(n) een aandeel in de door het bedrijf gemaakte winsten verkrijgt of verkrijgen. Hierdoor wordt het financieringsprobleem bij de be drijfsovername verlicht, terwijl tevens fiscale voordelen daaraan verbonden zijn. Doordat de kinderen een deel van de winst, die in het boerenbedrijf of in het tuindersbedrijf gemaakt wordt, zelf ontvangen, wordt deze winst door een minder zware progressie ge troffen dan het geval zou zijn, indien deee geheel en al aan de vader ten goede zou kernen. Wij hebben boven reeds uiteengezet, dat dit ook uit het oogpunt van successie recht voordeliger is. In vele land- en tuinbouwbedrijven zal men meer waardering hebben voor de figuur, waarbij de in het bedrijf werkende zoons een deel van de winst krijgen dan een, waarbij zij een vast arbeidsinkomen hebben. Men zal bezwaar hebben tegen het feit, dat een ar beidsovereenkomst aan de zoons een vast in komen verzekert, ongeacht wat de bedrijfs- uitkomsten zijn geweest en ook de gezags verhouding, die aan een arbeidsovereenkomst verbonden is, zal in de regel niet in overeen stemming zijn met de verhoudingen op een familiebedrijf. Ook zullen de aan een ar beidsovereenkomst verbonden wettelijke so ciale voorzieningen niet goed in de bedoelde relatie passen. Ter voorkoming van al deze bezwaren is het toekennen van een aandeel in de winst aan de in het bedrijf werkende zoons, zoals bij een familievennootschap plaats vindt, juister. Andere voorzieningen; verpachting; ver koop onder opschortende voorwaarde van 5

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 45