HET EUROPEES SOCIAAL FONDS:
EEN BEGIN VAN EUROPEES SOCIAAL BELEID
bij het bedrijfsbeheer. In de tweede plaats
wordt de waardering van de boer voor de
boekhouding een andere. Zag hij voordien
de boekhouding als een document, waarop
vermeld stond zijn vermogen, uitkomsten en
dat dientengevolge alleen voor hem per
soonlijk slechts waarde had, thans ziet hij
ook in zijn boekhouding een middel om o.a.
zijn kredietwaardigheid aannemelijk te ma
ken. Dit is o.a. naar onze overtuiging één
van de factoren, die ertoe hebben geleid, dat
de boer in de Noordoostpolder vlot met zijn
financiële gegevens bij de boerenleenbank
komt, wanneer het over de financiering van
zijn bedrijf gaat.
De eerste fase van de voorlichting bestaat
dus uit de peiling van de vragen en de be
hoefte van de praktijk door een medewerker
van het Boekhoudbureau en het doorgeven
hiervan naar de specialist.
De tweede fase bestaat uit de verdere
analyse door de specialist en het geven van
een advies in overleg met de Landbouw-
voorlichtingsdienst en de boerenleenbank.
Dit laatste punt vereist uiteraard een zeer
goede samenwerking en regelmatig contact
tussen deze instellingen. Het is naar onze
mening het noodzakelijke sluitstuk van een
goede financieringsvoorlichting. Ook door
de boerenleenbank wordt de financierings
voorlichting gestimuleerd, doordat bij de
kredietverlening zoveel mogelijk de finan
ciering van het bedrijf als geheel wordt be
keken. In daartoe noodzakelijke gevallen
wordt verwezen naar het Boekhoudbureau.
Samenvatting
Bij het bedrijfsleven in de Noordoost
polder leeft een sterke behoefte aan bedrijfs
voorlichting, waarbinnen de financierings
voorlichting een belangrijke plaats inneemt.
Bij de voorlichting op dit terrein wordt voor
al aandacht besteed aan de financierings
structuur van de bedrijven, waardoor deze
voorlichting in haar methodiek vooral ge
richt is op het individuele bedrijf en geïn
tegreerd is in de totale bedrijfseconomische
voorlichting.
Een doelmatige uitvoering van deze voor
lichting hangt in sterke mate af van de plaats,
die de boekhouding in het bedrijfsleven in
neemt en de samenwerking, die er bestaat
tussen de boerenleenbank, het boekhoud
bureau en de Landbouwvoorlichtingsdienst.
De uitbreiding van deze voorlichting tot
de niet-leden van het Boekhoudbureau is
momenteel in studie bij de Gewestelijke
Landbouwvoorlichtingsraad in de Noord
oostpolder.
Men kan moeilijk beweren, dat de voor
zieningen voor een Europees sociaal beleid
het sterkste punt vormen in het Verdrag van
de Europese Economische Gemeenschap. Dit
is niet zo verwonderlijk, daar immers het
Verdrag gericht is op de verwezenlijking van
een „economische" Gemeenschap. Blijkbaar
wordt aangenomen, dat bij het streven naar
dit doel tevens de sociale wenselijkheden tot
hun recht zullen komen. Hoewel in het Ver
drag hier en daar weliswaar bepalingen met
een sociale strekking voorkomen, zijn deze
voornamelijk gericht op ondersteuning van
het economisch streven naar de gemeenschap-
Is een gemeenschappelijk sociaal beleid mogelijkde taak van het Fonds; de wensen van
Economisch- en Sociaal Comité en Europees Parlement; speciale aandacht voor de bijzondere
omstandigheden van de agrarische bevolking.
175