HET JAARVERSLAG VAN DE NEDERLANDSCHE
BANK OVER 1959
export van zijn produkten, wordt zo in steeds
sterkere mate bepaald door de wijze, waarop
het onderlinge handelsverkeer tussen de
E.E.G.-partnerlanden wordt geregeld. Hier
dreigen tweeërlei gevaren.
In de eerste plaats zijn de voorstellen van
de Europese Commissie nog lang niet aan
vaard. Het toekomstige beleid kan nog wor
den omgebogen tot een politiek van zelfvoor
ziening, waarbij handelsrelaties met derde
landen grotendeels worden afgesneden, het
geen zeer nadelig zou zijn voor onze ver
edel ingslandbouw. De geluiden, die hier
omtrent in de grote partnerlanden, in het
bijzonder in West-Duitsland, worden ver
nomen, beloven weinig goeds. Er is nog geen
enkele zekerheid hoe de praktijk zal worden
als de voorstellen eenmaal aanvaard zijn.
In de tweede plaats en dit is een niet
minder groot gevaar bestaat er, ook weer
in West-Duitsland, een streven om de land
bouw „voorlopig" van de versnellingsproce
dure uit te sluiten. Men kan dan in de „over
gangsperiode" allerlei maatregelen blijven
treffen, waarachter nationale produkties zich
kunnen verschuilen en zelfs uitbreiden, waar
door er van de onderlinge preferentie niets
terecht komt. Nederland heeft in dezen vol
doende ervaring in de Benelux om te weten
wat een dergelijke situatie kan betekenen. In
een perscommuniqué van het Landbouwschap
wordt in dit verband zelfs gesproken van de
doodsteek!
Het is derhalve duidelijk, dat de georga
niseerde landbouw de komende ontwikkeling
met spanning tegemoet ziet en al het moge
lijke doet om de Nederlandse regering te
wijzen op de grote belangen, welke bij de
binnenkort te nemen beslissingen op het spel
staan.
Het jaarverslag van de Nederlandsche
Bank is verschenen en daarmede is de balans
van de economische ontwikkeling in Neder
land weer opgemaakt. Alle grootheden, die
van betekenis zijn voor het wel of niet be
reiken van evenwicht in onze volkshuis
houding, worden weer op een wijze, die be
wondering afdwingt, onderzocht.
Ook worden de ontwikkelingstendenties op
scherpzinnige wijze onderkend. Het zou te ver
voeren hier stil te staan bij al de wetenswaar
digheden, die het verslag geeft. Wij moeten
ons beperken tot het landbouwkrediet. Toch
veroorloven wij ons enkele opmerkingen over
het algemene beeld, dat de president schetst.
Zonder dat in het verslag concrete toe
komstvoorspellingen worden gegeven, voelt
men voortdurend zijn aandacht getrokken
door een waarschuwende stem, die zegt, dat in
het tweede halfjaar van 1959 een nieuwe
conjunctuurcyclus in werking is getreden. De
opgaande fase, waarin wij thans verkeren,
voltrekt zich met grote snelheid. De Neder
landsche Bank is niet bij machte aan de
opgaande beweging een halt toe te roepen
precies op het punt, waar het evenwicht in
onze volkshuishouding zou zijn bereikt. Zij is
echter waakzaam en zal niet schromen tijdig
passende maatregelen te treffen om de even-
wichtsverstoringen zo gering mogelijk te
houden.
In het jaarverslag wordt melding gemaakt
van de overeenstemming, die werd bereikt
tussen de Nederlandsche Bank enerzijds en de
representatieve organisaties van de handels
banken en de landbouwkredietinstellingen
anderzijds, over een technische voorziening
in het kader van de uitvoering van de Wet
toezicht kredietwezen.
Wanneer de economische ontwikkeling in
ons land daartoe aanleiding geeft, kan de
Nederlandsche Bank een kredietplafond in
stellen, bij overschrijding waarvan de banken
een zeker renteloos deposito bij de Neder
landsche Bank dienen aan te houden. Een
uitbreiding van de kredietverlening wordt
dan onaantrekkelijk.
Blijkens het jaarverslag van de Neder-
169