van levensonderhoud zijn hier evenzeer in het geding als het floreren van onze export industrie of het voortbestaan van onze dienst verlenende bedrijven". Positieve benadering door Landbouwschap Wanneer men behalve van de negatieve reacties van handel en industrie ook kennis neemt van een lijvig rapport van het Land bouwschap, dan blijkt, dat de georganiseerde landbouw de voorstellen van de Europese Commissie in positieve zin heeft benaderd. Het Landbouwschap kan de twee doelstel lingen van het gemeenschappelijk beleid ge heel onderschrijven nl. de verhoging van de produktiviteit van de Europese landbouw en de bevordering van een redelijke levens standaard van de agrarische bevolking. Toch heeft het Landbouwschap ook op vele punten terdege kritiek. Zo bevatten de voorstellen te weinig waarborgen voor de volledige vrijmaking van het onderlinge handelsverkeer. Het spoedige totstandkomen van een gemeenschappelijke handelspolitiek is een onmisbaar onderdeel voor de maat regelen in de overgangsfase, welke maat regelen zullen moeten worden gericht op verdere specialisatie en verruiming van de onderlinge handel. Bij de toepassing van de verdragsbepalingen zal er naar het oor deel van het Landbouwschap vooral voor gewaakt moeten worden, dat de hantering van de overgangsbepalingen via minimum prijzen, long-term-contracten en compense rende heffingen de werkelijke vrijmaking van de handel belemmeren en zodoende de verwezenlijking van de gemeenschappelijke markt vertragen. Het Landbouwschap acht het voorts van groot belang dat, in samenhang met de hui dige voorstellen aangaande het structuurbe leid, spoedig nadere voorstellen zullen wor den gedaan om het aanpassingsproces ook in sociaal opzicht zo verantwoord mogelijk te doen verlopen. De structuurverbetering van de landbouw kan immers belangrijke sociale veranderingen met zich brengen. Met de voorgestelde marktorganisaties voor een aantal produkten tarwe, voeder- graan, melk en suiker kan het Landbouw schap zich verenigen. Het heeft evenwel be zwaren tegen kwantitatieve beperkingen van de import van landbouwprodukten. Met het oog op de export van veredelingsprodukten blijft een omvangrijke invoer van voeder- granen noodzakelijk. Voor produkten als rundvlees, varkensvlees, eieren en gevogelte is minder ingrijpen noodzakelijk en behoeven geen richtprijzen te worden vastgesteld. Ge zien de produktie- en afzetstructuur kan bij groenten en fruit de marktorganisatie zich beperken tot enkele gemeenschappelijke re gels van mededinging, waarbij o.m. het in de handel brengen van minderwaardige pro dukten kan worden voorkomen. Versnelling Gezien het gunstige perspectief van een werkelijk vrije markt voor de verruiming van de afzetmogelijkheden voor onze agra rische produkten, is de Nederlandse land bouw voorstander van een versnelling, van verkorting van de overgangsperiode. Een spoedige coördinatie van de handelspolitiek moet daarbij echter als een onontbeerlijke voorwaarde voor de verwezenlijking van de gemeenschappelijke markt in de agrarische sector worden beschouwd. Autonome beslis singen van de leden-staten kunnen de toepas sing van een gemeenschappelijk beleid be moeilijken, waardoor aan de afzet van Ne derlandse produkten binnen het E.E.G.-ge bied grote schade kan worden toegebracht. Gezien de huidige voorstellen tot versnel ling waarover zeer binnenkort de Raad van ministers belangrijke beslissingen zal nemen dreigt echter het gevaar, dat het tempo van de ontwikkeling van het gemeen schappelijke landbouwbeleid geen gelijke tred houdt met het integratieproces in andere sectoren van het economische leven. Erger nog, dat de landbouw „voorlopig" van de versnelling wordt uitgezonderd. Gezien de grote belangen van de export van land- en tuinbouwprodukten, welke hierbij op het spel staan, heeft het Landbouwschap in een schrijven aan de minister-president er nog eens met klem voor gepleit, dat de Neder landse regering uitdrukkelijk waarborgen zal verlangen, dat de voorgestelde versnelling van de E.E.G. in voldoende mate ook voor de land- en tuinbouwprodukten van toepas sing zal zijn. Tweeërlei gevaar De positie van de Nederlandse land- en tuinbouw, in zo sterke mate aangewezen op 168

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 10