waarop de hypotheekakte wordt verleden reeds de verzekeringsovereenkomsten tegen andere schade dan brandschade heeft lopen. De verzekeringmaatschappij dient van deze cessie van verzekeringspenningen op de hoogte gesteld te worden. Dit kan geschieden met behulp van een formulier, dat bij de Centrale Bank verkrijgbaar is (A. 25). Indien een verzekering tegen andere schade dan brandschade (zoals storm- en hagel- schade) gesloten wordt, nadat de hypotheek gevestigd is, moet men, teneinde de bank op eventuele uitkeringen terzake daarvan be voorrecht te maken, een afzonderlijke onder handse cessie-akte laten tekenen. Men vrage hierover advies aan de Centrale Bank. Keren we nu terug naar onze beschouwingen over het assurantiebeding. Krachtens dit be ding kan de bank het bedrag, dat zij na de brand van de verzekeringmaatschappij ont vangen heeft, in mindering van de hypo theekschuld boeken. Heel vaak loopt het echter anders. De eigenaar van het door brand geteisterde goed zal namelijk veelal de wens hebben met de assurantieuitkering het verwoeste of beschadigde huis, de schuur of de boerderij weer op te bouwen of te her stellen. De verzekeringmaatschappij deelt de bank mee, dat zij het schadebedrag in verband met de herbouwplannen van de eigenaar wil uitkeren naar gelang de her bouw vordert en vraagt of de bank daarmee kan instemmen. Kan de bank toestemming tot de bovenbedoelde uitbetaling geven? Gaan de hypotheekrechten van de bank automatisch op de nieuwbouw over? Besteding van de assurantiepenningen voor herbouw De bank kan inderdaad aan de verzekering maatschappij toestemming geven de schade- penningen aan de eigenaar te betalen. Daar bij moet de bank echter wel de voorwaarde stellen, dat deze uitbetaling via de bank ge schiedt. Zij is tot het stellen van deze voor waarde gerechtigd op grond van het be paalde in de hypotheekakte en in de alge mene voorwaarden van hypotheekverlening. De uitbetaling kan gebeuren door storting op een afzonderlijke rekening van de eigenaar bij de bank. De bank kan de eigenaar toe staan om geld van deze rekening op te nemen, als de eigenaar bewijst, dat hij dit geld nodig heeft voor de herbouw. Dit kan b.v. door het overleggen van de nota's ge schieden. Ook kan de bank in opdracht van de eigenaar zelf de nota's rechtstreeks aan degenen, die zich met de herbouw belasten, voldoen. In dit laatste geval is de bank er in ieder geval zeker van, dat het geld is aan gewend voor de herbouw. Het herbouwde pand valt weer onder de hypotheek Als het huis, dat door de brand verwoest of Huizen in aanbouw Een bijzondere moeilijkheid kan zich voor doen m.b.t. de verzekering van huizen in aanbouw. Vaak komt het voor, dat de bank aan degene, die een pand laat bouwen (de aanbesteder) een bouwlening verstrekt ter financiering van de bouwkosten onder zeker heid van hypotheek op het zich in aanbouw bevindende pand. Zolang het pand nog niet is opgeleverd, behoort in de regel de aan nemer de nieuwbouw te verzekeren. Op welke wijze controleert de bank nu, zo vroeg men ons, of de aannemer aan deze verplich ting heeft voldaan? Schuilt hierin niet een risico voor de bank ingeval de aannemer niet voldoende verzekerd heeft? Wij zouden ter beantwoording van deze vraag willen vooropstellen, dat uiteraard een bouwhypotheek alleen gegeven kan worden, indien de hypotheekgever eigenaar van de grond is. Feitelijk heeft dan de hypotheek gever tegenover de bank op zich genomen voor de verzekering van het bezwaarde pand te zorgen. In de praktijk zal het echter kun nen voorkomen, dat de hypotheekgever het in aanbouw zijnde huis eerst na de oplevering verzekert, omdat in het aannemingscontract het beding is gemaakt, dat het gebouw tot aan de oplevering voor rekening van de aannemer komt en door hem verzekerd moet worden. Het assurantiebeding en de herbouwverzekering beschadigd was, herbouwd is, valt dit auto matisch weer onder de hypotheek, daar deze is gevestigd op de grond en alle zich daarop bevindende opstallen, ook die welke pas na de vestiging van de hypotheek worden gezet. 155

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 41