waarde van het bezwaarde goed. Als het bezwaarde goed niet ten minste voor de volle waarde verzekerd is, behoeft de verzekeraar slechts een deel van de geleden schade te ver goeden. Dat geldt zelfs bij gedeeltelijke be schadiging van het bezwaarde goed. Wan neer ten behoeve van de bank een huis met hypotheek bezwaard is, dat een waarde heeft van b.v. 15.000,—, doch slechts verzekerd is tot 10.000,—, dan behoeft de verzekeraar bij brandschade slechts 2A gedeelte van de geleden schade te vergoeden. Als er brand uitbreekt en er ontstaat een schade van b.v. 6 000,—, vergoedt de maatschappij alleen 4.000,—. Wanneer de bank de polis onder zich heeft, heeft zij er tevens controle op, of het bezwaarde pand voldoende verzekerd is. Dit is op zichzelf al voldoende reden voor de bank om de polis onder zich te nemen. Uit het verdere verloop van ons betoog zal blijken, dat er voor de bank nog meer redenen zijn om de polis altijd bij de hypotheekstuk ken te bewaren. Assurantiebeding In de hypotheekakte staat onder andere een speciaal beding, dat betrekking heeft op de verzekering van het bezwaarde goed, het z.g. assurantiebeding ook wel genoemd het beding bedoeld in art. 297 Wetboek van Koophandel. Het assurantiebeding is de be paling in de hypotheekakte, krachtens welke de bank een soort pandrecht verkrijgt op de uitkering van de verzekeringmaatschappij ingeval van brandschade. De bank kan de eventuele uitkering van de verzekering maatschappij innen en zij kan andere schuldeisers van de hypotheekgever ervan weerhouden op deze uitkering beslag te leggen. De wettelijke regeling van het assurantie beding is niet helemaal bevredigend Helaas is de wettelijke regeling van het assurantiebeding niet zo, dat de rechten van de bank op de uitkering bij brandschade enkel en alleen door het opnemen van dit beding in de hypotheekakte goed beveiligd zijn. Als de verzekeringmaatschappij de overeenkomst opzegt, bijvoorbeeld omdat de hypotheekgever niet aan de verplichtingen, die voor hem uit de verzekeringsovereen komst voortvloeien, voldoet, of de verzeke ring om welke andere reden dan ook een einde neemt, zou het belang van de bank niet tegen de brandschade gedekt zijn. Dit is voor de bank te meer bezwarend, omdat zij veelal niet van de beëindiging van de ver zekeringsovereenkomst op de hoogte zal zijn. De Kramerovereenkomst Gelukkig heeft men daarop iets gevonden. In 1915 is de zogenaamde Kramerovereen komst gesloten, zo genoemd naar de toen maals te Amsterdam gevestigde notaris Kramer, te wiens overstaan de overeenkomst is gepasseerd. De Kramerovereenkomst houdt in, dat de verzekeringmaatschappij op zich neemt de bank te waarschuwen, indien de verzekeringsovereenkomst een einde neemt. Voorts dekt de verzekeringmaatschappij het belang van de bank tot en met de twaalfde dag, nadat de bank mededeling van de be ëindiging der verzekeringsovereenkomst zal hebben ontvangen. Ook is het belang van de bank verzekerd voor het geval, dat de hypo theekgever (de verzekerde, de cliënt van de bank) de brand opzettelijk heeft gesticht of door eigen schuld veroorzaakt heeft. De bank moet voor deze bereidwilligheid van de verzekeringmaatschappij iets terug doen. Zij hoeft er echter niets voor te be talen. Wel hebben onze banken zich er toe verplicht zorg te dragen, dat de te hunnen behoeve met hypotheek bezwaarde onroe rende goederen verzekerd zijn bij een ver zekeringmaatschappij, die tot de Kramer overeenkomst toegetreden is. Voor iedere bank is het van grote betekenis op de na leving van dit voorschrift te letten. Een niet bij de Kramerovereenkomst aangesloten ver zekeringmaatschappij zal haar immers niet dezelfde dekking geven als een maatschappij, die wel bij de Kramerovereenkomst aange sloten is. Er zijn nog altijd enige verzeke ringmaatschappijen, die niet tot de Kramer overeenkomst toegetreden zijn. Als de bank ziet, dat een te haren behoeve met hypotheek bezwaard pand bij zulk een maatschappij verzekerd is, is het zaak, dat zij er bij de hypotheekgever op aandringt zijn verzeke ring met deze maatschappij te beëindigen en bij een andere maatschappij onder te brengen. Natuurlijk kan de bank ook trachten de betreffende maatschappij (het zijn veelal 152

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 38