DE VAKANTIES NADEREN WEER doende vergroting der reserve zorggedragen. Normaal is dus, dat gedurende 33 jaar met een afschrijving van 3 °/o over de aanschaf fingswaarde wordt rekening gehouden. Wordt ongemotiveerd sterker afgeschreven, dan wordt te snel de boekwaarde van ƒ1, bereikt, hetgeen tot gevolg heeft, dat bij de begrotingen geen rekening meer wordt ge houden met een normale afschrijving. Gedu rende een te klein aantal jaren is dus de afschrijving in de winst-begroting en -be rekening in aanmerking genomen, hetgeen ten koste gaat van de reservevorming. Men schrijve dus niet meer af dan 3 °/o van de aanschaffingswaarde, desgewenst vermeer derd met een eventuele „overwinst". Samenvattend moet dus worden geconsta teerd, dat het lettende op de belangrijke functies van de reserve noodzakelijk is te streven naar een voldoende jaarlijkse winst ter versterking van deze reserves. Dit is niet in de laatste plaats in het belang van de leden zelf. Nog slechts enkele maanden en het is weer zover, dat men zich uit zijn dagelijkse beslom meringen en spanningen zal kunnen los maken voor een alleszins verdiende vakantie. Het algemeen verhoogde levenspeil en de faciliteiten, die in vele landen op het gebied van de vakantiebesteding worden geboden, laten niet na het bezoek aan het buitenland bij voortduring te stimuleren. De verwachting is dan ook gerechtvaardigd, dat onze aangesloten banken in het a.s. sei zoen in toenemende mate met de aan- en ver koop van reisdeviezen te maken zullen krij gen. Daarom kunnen wij, op grond van de in voorgaande jaren opgedane ervaringen, niet nalaten thans reeds enkele praktische wenken te geven. Vóór alles is het volkomen duidelijk, dat onze aangesloten banken er niet aan kunnen ont komen zich in eerste instantie aan te passen aan de vraag van het reizende publiek. Naar het ons echter wil voorkomen zou deze vraag, bij een geëigende voorlichting van het publiek, door onze aangesloten banken toch wel enigermate kunnen worden beïnvloed. Zo is in de afgelopen jaren bij het publiek een steeds grotere vraag naar buitenlands bankpapier ontstaan, waarmede vergeleken de vraag naar reischeques maar uiterst be scheiden was. Deze onevenredig grote vraag naar buitenlands bankpapier berustte veelal op de foutieve mening van het publiek, dat bankpapier als reisgeld in de eerste plaats gemakkelijker zou zijn dan reischeques, en in de tweede plaats goedkoper. Hiertegen kun nen echter verschillende steekhoudende mo tieven worden ingebracht. Reischeques zoals die, welke de Centrale Bank in diverse valu ta's in voorraad heeft en desgewenst bij onze aangesloten banken in depot kan geven, worden niet alleen in de landen van de betreffende valuta's zelf, doch in het al gemeen óók overal elders zonder meer als betaalmiddel geaccepteerd als gevolg van de vrije onderlinge inwisselbaarheid dier valu ta's. Deze reischeques, die in diverse coupures beschikbaar worden gesteld, dragen in de grond van de zaak dus precies hetzelfde karakter als bankpapier. Zij hebben daaren tegen, vergeleken met bankpapier, de uitge sproken voordelen dat zij, hoewel zij overal als betaalmiddel worden geaccepteerd, tóch een strikt persoonlijk karakter dragen, door anderen niet kunnen worden verzilverd en bovendien ingeval van verlies of diefstal worden vergoed, een en ander mits reeds direct bij verkoop door onze aangesloten ban ken resp. de kopers de voorgeschreven, zeer eenvoudige administratieve veiligheidsmaat regelen worden getroffen. Deze veiligheids- 149

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 35