WENKEN VOOR KASSIERS
Is het vormen van reserves bij de
boerenleenbanken noodzakelijk en zo ja,
waarom?
Op de algemene vergadering van onze aan
gesloten banken en ook wel bij andere ge
legenheden wordt nooit de vraag gesteld,
waarom de boerenleenbanken/raiffeisenban-
ken zulke kleine reserves, maar wel waarom
ze zulke grote reserves hebben.
Indien deze vraag gesteld wordt, omdat an
dere coöperaties de gewoonte hebben minder
te reserveren, mag deze vraag wellicht als
een compliment beschouwd worden, hetgeen
wij in het volgende hopen aan te tonen.
In de eerste plaats merken wij dan op, dat
onze aangesloten banken ernaar streven zich
financieel zó sterk te maken, dat naar mense
lijke berekening geen beroep behoeft te wor
den gedaan op de (onbeperkte) aansprake
lijkheid van de leden. Dit zou ook geen
grootse indruk maken en een anti-coöpera
tieve stemming kunnen veroorzaken.
Het komt bij andere coöperatieve vereni
gingen nog wel eens voor, dat aan de leden
in de loop der jaren te weinig in reke
ning wordt gebracht voor het verlenen van
diensten, dan wel te veel wordt uitbetaald
voor geleverde produkten of te weinig in
rekening wordt gebracht voor door de leden
afgenomen artikelen. Uiteraard zal het hier
door ontstane verlies ergens vandaan moeten
komen en zeker niet van de kaboutertjes.
Ten slotte is een coöperatieve vereniging geen
instituut, dat bestemd is om verliezen, welke
anders met name zonder coöperatie de
boer individueel zouden treffen, blijvend op
haar balans onder te brengen.
Evenals een particulier zal een vereniging
van personen, welke een bedrijf uitoefent,
over een stevige financiële ruggegraat die
nen te beschikken om zich in het economisch
verkeer staande te kunnen houden.
Tot onze banken terugkerende kan gesteld
worden, dat een bank het kredietrisico over
neemt van de individuele spaarders en zich
langs de rand van de afgrond zal bewegen,
indien zij niet voldoende aandacht aan de
reservevorming besteedt. Hiertoe zal het
nodig zijn, dat er ieder jaar een voordelig
resultaat uit de bus komt. Door de Centrale
Bank wordt aan de lokale banken een richt
lijn gegeven ten aanzien van de grootte der
jaarlijks te maken winst. Deze richtlijn kan
niet algemeen geldend worden geacht. Zij
moet als minimale winst worden gezien,
mede ook in verband met de groei der
banken, welke de laatste jaren haast zonder
uitzondering in sterk opwaartse richting
gaat.
Bepalen wij ons thans meer gedetailleerd tot
de vraag of reservevorming noodzakelijk is
en zo ja, waarom?
Het antwoord moet bevestigend luiden. De
reserves bij de aangesloten banken vervullen
namelijk de volgende functies:
1 Ter financiering van de aandelen Centrale
Bank en de door de sterke ontwikke
ling der boerenleenbanken na de tweede
wereldoorlog veelal noodzakelijk gewor
den bankgebouwen.
Vooral in het laatste decennium heeft
speciaal deze functie van de reserves
grote betekenis heeft gekregen. Tegenover
een totaalbedrag aan reserves van ruim
f 100 miljoen staat per 31 maart 1960 een
bedrag aan aandelen Centrale Bank van
18 miljoen en aan vaste goederen van
24 miljoen. Het behoeft geen betoog, dat
naarmate de reserves als financierings
middel van bankgebouwen in beteke
nis vermeerderen, de betekenis der reser
ves voor de overige hierna te noemen
functies vermindert.
Het is derhalve normaliter van belang,
dat slechts een gedeelte van de reserve in
een bankgebouw wordt geïnvesteerd.
Bij goedkope huisvesting (veelal ten huize
117