IN HET KORT
toeleggen op een beperkte export van pro-
dukten van bijzonder hoge kwaliteit? Is het
afzetapparaat voldoende modern en wordt
voldoende samenwerking betracht? Moeten
wij ons niet meer op de binnenlandse markt
richten?
Deze en meerdere vragen maken een nadere
bezinning omtrent de positie van de melk
veehouderij in onze nationale economie
noodzakelijk. Daarbij zal moeten worden
overwogen in hoeverre de melkproduktie
beter op de afzetmogelijkheden kan worden
afgestemd en of wellicht nieuw afzetgebied
kan worden gevonden. Dit is een uitermate
moeilijk en gecompliceerd vraagstuk, dat
niet op korte termijn kan worden opgelost.
De minister heeft inmiddels aangekondigd
het gehele probleem in overleg met het ge
organiseerde bedrijfsleven in studie te zullen
nemen.
Het nieuwe G.B.I.-programma
Ter perse is het nieuwe programma van het
Gezins-Begrotings-Instituut, bestemd voor
het seizoen 1960/61. Als alle jaren wordt het
weer een goed verzorgd boekje, waarin veel
nieuws te lezen valt.
Behalve dat in alle lezingen en cursussen
natuurlijk weer de jongste gegevens omtrent
de te behandelen onderwerpen zijn verwerkt,
werd de opzet van verschillende lezingen ge
wijzigd. Door splitsing van de te bespreken
onderwerpen hebben enkele lezingen een ge
heel nieuwe vorm gekregen en daarmede
tevens een nieuwe titel. Uit de inhoud
noemen wij o.a. „Modern financieren", „Hoe
gedraagt men zich als consument?", „De
huisvrouw als financieel genie".
In de lezing „Bekijk het eens zakelijk" wor
den de diverse moderne hulpmiddelen in de
huishouding besproken, met de daaraan ver
bonden kosten. „Wetenswaardigheden over
het gezinskrediet" behandelt de verschillende
vormen van krediet, die men kan krijgen. Ge
heel nieuw in de serie lezingen is „De inven
taris van trouwdag tot gouden bruiloft",
waarin o.a. de vervanging en financiering
van de inventaris wordt besproken. Ook bij
de afdeling, die in het bijzonder is bestemd
voor belangstellenden in het voorlichtings-
werk, treffen wij twee nieuwe lezingen aan,
namelijk: „Budgetvoorlichting waarom,
aan wie, hoe en wanneer?" en „Wat doet de
mens met zijn geld?" Ook nieuw is de lezing
„Van de week op de maand", speciaal voor
hen, die van een weekinkomen overgaan op
een maandinkomen, iets wat nog telkens
voorkomt bij bedrijven en instellingen.
Nederland Friesch-Groningsche Coöp.
Beetwortelsuikerfabriek in 19591960
Sinds 1947 kon de F.G. het afgelopen jaar
weer een échte suikerfabriek in plaats van
een bietenfabriek worden genoemd: in een
tijdsbestek van ruim 90 campagnedagen wer
den bijna 70 miljoen kg bieten minder ver
werkt dan in 1958, terwijl er op 600 ton na,
evenveel suiker werd geproduceerd. Het
suikergehalte bedroeg gemiddeld 19,03 pet.,
een cijfer, dat nog nimmer in de voorafgaande
negen campagnes is geëvenaard.
(De Garve)
Achttien zelfstandige bakkers uit Renkum en
omgeving hebben besloten te Doorwerth een
centraal produktiebedrijf voor banket- en
bakkerswaren te stichten.
Met de vestiging is een bedrag van
400.000,gemoeid. Nieuwe leden van deze
coöperatieve vereniging zullen 2.500,in
leg en 1.000,entreegeld moeten betalen.
Bij gebrek aan personeel kan het bestuur de
leden, die zelfstandige ondernemers blijven,
doch bij hun coöperaties moeten inkopen,
verplichten bij toerbeurt het werk in de cen
trale bakkerij te verrichten.
(Het Vaderland)
Nederland Bakkerijcoöperaties
124