nl.: „Bank en spaarbank behoeven elkaar niet per se op de tenen te staan". Een citaat uit dit artikel laten wij hieronder volgen, waarbij de lezer dient te bedenken, dat de schrijver van het artikel kennelijk alleen het oog heeft op de tegenstelling tus sen handelsbanken enerzijds en spaarbanken, aangesloten bij de Nederlandse Spaarbank- bond, anderzijds. Over de boerenleenbanken wordt niet gesproken en het is duidelijk, dat hetgeen aan het slot van het citaat over de rechtstreekse bevordering van het econo mische leven wordt gezegd, niet alleen voor de handelsbanken geldt. „Spaarbanken zijn zeer gewaardeerde relaties „van de handelsbanken en daarom alleen al „zou het onverstandig zijn om vijandig tegen over elkaar te staan. Natuurlijk is het voor „de spaarbanken niet prettig, dat de handels banken een steeds grotere activiteit ont plooien om spaargelden tot zich te trekken. „Aan de andere kant zal er begrip voor „moeten bestaan.dat het redelijk is te trachten „om een deel van de dank zij de toenemende „welvaart groeiende besparingen naar de „banken te leiden, opdat zij rechtstreeks kun- „nen worden gebruikt voor de bevordering „van het economische leven. Daarmede ver- „krijgt men de wisselwerking, dat de spaar overschotten weer kunnen groeien, hetgeen „ook aan de spaarbanken ten goede komt." Wat „Trouw" als gunstige zijde van de nieuwe ontwikkeling ziet: het rechtstreeks ge bruiken van de spaargelden voor de bevor dering van het economische leven, zal de lezers van de Raiffeisen-Bode niet onbekend in de oren klinken. Het is hetzelfde als wat onze organisatie altijd als haar eerste en voornaamste taak heeft gezien, het dienstbaar maken van de besparingen door middel van het verstrekken van bedrijfskredieten en voorschotten aan individuele ondernemers en bedrijven aan de economische ontwikke ling van Nederland. Er is dus niets nieuws onder de zon. Slechts wordt het goede voor beeld van de landbouwkredietcoöperaties nu gevolgd op een breder terrein ten behoeve van andere sectoren van het economisch leven. Voor de landbouw is het van belang, dat het krediet goedkoop blijft.Bij de dikwijls grotere winstcapaciteit van het overige bedrijfsleven spreekt deze eis wellicht minder sterk. Niette min zal ook daar de kostprijs van het krediet altijd een factor van betekenis blijven. Het geen tot de conclusie kan leiden, dat voor geen der partijen veel heil kan worden ver wacht van een scherpe concurrentiestrijd op het terrein der spaarrente. Voor een evenwichtige ontwikkeling van de Nederlandse economie lijkt dan ook rust op het spaarrentefront van uitzonderlijk belang. Uitkering droogteschade Het bedrag, dat uiteindelijk uit de bus is ge komen als bijdrage van de overheid in de leniging van de droogteschade, is vastgesteld op 27,5 miljoen. Zowel voor het Land bouwschap als voor vele Kamerleden is de grootte van dit bedrag teleurstellend geweest. Ook de normen, volgens welke de grootte van de droogtetoeslag voor de individuele boeren zal worden bepaald, hebben weinig waar dering ondervonden. De formulieren voor een aanvraag om tege moetkoming in verband met de droogte zijn inmiddels bij de plaatselijke bureauhouders ingeleverd en verwacht wordt, dat in de maand april de toeslagen zullen worden uit gekeerd. Wij twijfelen er niet aan of het per soneel onzer banken zal ook zijnerzijds alles in het werk stellen om de uitbetaling vlot te doen verlopen. Ver heugende belangstelling De vraag naar de door de Centrale Bank uit gegeven brochure over het rapport van de Commissie Landbouwkrediet is verrassend groot gebleken. Niet alleen uit de kring onzer banken, maar ook van belangstellenden buiten H oe het zij, de minister heeft voet bij stuk gehouden en de betalingen uit het beschik bare bedrag zullen nu zo spoedig mogelijk aan de getroffenen moeten geschieden. De uitbetaling zal lopen over de boerenleenban ken en wij hebben aan het ministerie van Landbouw alle medewerking toegezegd. Ge zien het feit, dat het hier een hulpverlening betreft aan landbouwers, die buiten hun schuld grote schade geleden hebben, zullen wij in dit geval deze bemiddeling bij de uit betaling verlenen zonder daarvoor kosten in rekening te brengen. 77

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 7