ONZE CIRCULAIRES Groep 1 Spaarbank 1.36 van 19 februari 1960: in aansluiting op circulaire rubriek I no. 5 van 16 februari 1959 werd een kort overzicht gegeven van de be langrijkste bepalingen betreffende de per 1 maart 1960 in werking getreden ambte- narenspaarregeling. Ook werden in deze cir culaire instructies gegeven voor de spaar bankfunctionarissen. Bij deze circulaire werden bijgesloten 5 bij lagen, t.w.: A. verzoek tot opening van een bijzondere spaarrekening. B. idem zonder codenummer. C. verzoek om afboeking van bijzondere spaarrekening. D. model van bijzondere spaarrekening. E. model opgave spaarbedragen. 1.36 van 26 februari 1960: met deze circulaire werd een brochure toegezonden inzake de ambtenarenspaarregeling. Deze brochure werd uitgegeven door het Staatssecretariaat van Algemene Zaken. 1.36 van 27 februari 1960: er is enig mis verstand ontstaan over het bestellen van formulieren voor de ambtenarenspaarrege ling. Deze formulieren worden alleen ver strekt door de salarisadministraties van de betrokken ambtenaren. De bij de Centrale Bank gedane bestellingen voor deze formu lieren werden bij deze circulaire geannuleerd. Groep 4 Adm., jaar- en maandstukken 4.02 van 10 februari 1960: met deze circu laire werd aan de banken gezonden een derde exemplaar formulier voor opgave van wijzi gingen in het ledenregister. Tevens was op deze circulaire vermeld een lijst van wijzi gingen, aan te brengen in de adreslijst van de aangesloten banken. Groep 5 Effecten 5.40 van 1 februari 1960: in deze circulaire werden vermeld de voornaamste voorwaar den voor inschrijving op de 4V2 Neder landse Staatslening, terwijl tevens het pros pectus voor deze lening werd bijgesloten. Groep 7 Overheidsbetalingen 7.50 van 10 februari 1960: in deze circulaire worden de banken verzocht de betalings opdrachten inzake heffingen Landbouwschap zo spoedig mogelijk uit te voeren, teneinde cliënten onprettige aanmaningen te besparen. 7.63 van 24 februari 1960 vermeldt, dat man daten graantoeslag oogst 1958, waarvan de betalingstermijn is verstreken op 31 december 1959, aan de Centrale Bank kunnen worden gezonden tot 27 februari 1960. Na deze datum is behandeling van de mandaten niet meer mogelijk. Van deze circulaire werd tevens gebruik gemaakt om te herinneren aan de inzending van de opgave van de leden van bestuur en raad van toezicht van de aange sloten banken i.v.m. aanmelding van de Stichtingen Spaarbank bij het Openbaar Centraal Stichtingen Register. Groep 8 Deviezenbepalingen In deze rubriek werd ook slechts één circu laire verzonden nl. 8.00 van 24 februari 1960. Hierin werd melding gemaakt van het feit, dat de non-exportabiliteit van rekeningen K en effectendepots van ingezetenen van de Nederlandse Antillen is opgeheven. Banken, die rekeningen K/Ned. Antillen aanhouden, worden verzocht de bijzondere aanduiding „exportabel of „niet exportabel door te halen. Voor het doorhalen van deze aanduiding bij de effectendepots zal de Cen trale Bank zorgdragen. In verband hiermede is de algemene vergunning nr. OR 4925522 van 17 maart 1954 ingetrokken. De banken worden verwezen naar alg. verg. nr. AZ 9916670. Tevens werd verzocht de wijziging aan te brengen in de circulaire van 31 juli 1959, rubriek IV no. 9. Groep 9 Diversen 9.00 van 19 februari 1960: hierin wordt aan de banken mededegeeld, dat de voorraad brochures „Wat staat er in het rapport van de Commissie Landbouwkrediet'' is uitgeput. Teneinde de nieuwe oplage te kunnen be palen worden de banken uitgenodigd op te geven hoeveel exemplaren van de brochure zij nog wensen te ontvangen. De brochure is verkrijgbaar tegen betaling van 0,90 per stuk. 106

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 36