vergadering genomen besluiten ongeldig zijn, zodat die vergadering opnieuw gehouden zal moeten worden. De jaarvergadering moet verder gehouden worden vóór 1 juli van ieder jaar. Men neemt in het alge meen aan, dat het niet in acht nemen van dit voor schrift niet de ongeldigheid van de aldaar genomen besluiten tot gevolg heeft. Het is overbodig om te zeggen, dat het desondanks dringend geboden is, de jaarvergadering op tijd, dat wil zeggen vóór 1 juli, te houden. Toegang tot de algemene vergadering Ook hierover vindt men het een en ander in de statuten van de boerenleenbanken bepaald. De leden hebben ieder het recht deel te nemen aan de alge mene vergadering (art. 17 van de statuten). Men kan dus niet aan een of meer van de leden de toegang tot de algemeene vergadering onthouden. Wanneer echter een der leden uit zijn lidmaatschap ontzet is, kan hij niet meer aan de algemene vergadering deel nemen, hetzij in persoon, hetzij door middel van een gemachtigde. Deze regel geldt ook, indien hij, die uit zijn lidmaatschap ontzet is, in beroep tegen het ont- zettingsbesluit is gegaan (art. 15 lid 3 van de statuten). Het deelnemen aan de algemene vergadering door de leden kan geschieden hetzij in persoon, hetzij bij gemachtigde (art. 40 lid 1 van de statuten). Niet iedereen kan als gemachtigde optreden. Art. 40 lid 3 van de statuten bepaalt, dat niemand als gemachtigde van meer dan één lid kan optreden, zodat geen der aanwezigen meer dan twee stemmen kan uitbrengen. Bovendien kunnen slechts leden van de bank, hun echtgenoten of meerderjarige kinderen als gemach tigde optreden. Van de bevoegdheid tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering moet schriftelijk blijken (art. 40 lid 3 statuten boerenleenbanken). Het schriftelijk stuk, waaruit de bevoegdheid tot vertegenwoordiging af geleid wordt, moet zijn, hetzij een volmacht, hetzij een zogenaamde geloofsbrief. Een volmacht is onder worpen aan een zegelrecht van 0,50, een geloofs brief is daarentegen zegelvrij. De vraag of een mach tiging tot het vertegenwoordigen in een algemene vergadering als een zegelplichtige volmacht dan wel een zegelvrije geloofsbrief aangemerkt moet worden, is geheel afhankelijk van de bewoordingen, waarin deze machtiging is gesteld. De (zegelvrije) geloofs brief dient de navolgende bewoordingen te hebben: „Aan het bestuur der Coöperatieve Boerenleenbank te Mijne heren, Bij deze deel ik u mede, dat ik te heb gemachtigd, mij te vertegenwoordigen op de eerstvolgende vergadering. Hoogachtend, Men kan modelgeloofsbrieven op de materiaalafde ling van de Centrale Bank bestellen (formulier 231). Het is verstandig, als de boerenleenbank altijd een zeker aantal van zulke formulieren in voorraad heeft, zodat zij deze vóór de algemene vergadering door de leden, die daaraan behoefte hebben, kan doen in vullen en ondertekenen. Ook rechtspersonen kunnen lid van de boerenleenbank zijn. Onder een rechtspersoon moet men verstaan een coöperatieve vereniging, een naamloze vennootschap, een stichting, een kerkgenootschap e.d. Rechtspersonen kunnen zich ter algemene vergadering doen vertegen woordigen hetzij door een van haar bestuursleden of bedrijfsleiders, hetzij door een gemachtigde. Ook als de rechtspersoon zich laat vertegenwoordigen door een bestuurslid of bedrijfsleider, moet van de be voegdheid tot vertegenwoordiging door middel van een geloofsbrief blijken (art. 40 lid 2 van de statuten). De behandeling van de jaarstukken Wij zullen nu een aantal onderwerpen bespreken, die in de jaarvergadering aan de orde moeten of kunnen komen. Als eerste agendapunt vermelde men: „Opening, be handeling van de notulen der laatste algemene ver gadering". In de eerste plaats moet daarna in de jaarvergadering de zogenaamde rekening en verantwoording behan deld worden. Men vindt de voorschriften daaromtrent in art. 47 van de statuten der boerenleenbanken. Over elk boekjaar wordt een jaarverslag, een balans en een verlies- en winstrekening opgemaakt, een en ander overeenkomstig de voorschriften van de Cen trale Bank. De Centrale Bank stelt de formulieren voor deze stukken ter beschikking van de boerenleen banken. Op welke wijze de jaarstukken ingevuld moeten worden, is overigens uitvoerig in onze zoge naamde balanscirculaire aan de banken medegedeeld (circulaire van december 1959, Rubriek I, admini stratie, no. 29). Wij zullen hier alleen bespreken, wat met de jaarstukken moet gebeuren. De jaarstukken moeten eerst de raad van toezicht passeren, alvorens deze aan de algemene vergadering kunnen worden voorgelegd. Aangezien de jaarver gadering, zoals wij boven reeds betoogd hebben, vóór 1 juli gehouden moet worden, moet de kassier de rekening en de balans in ieder geval vóór 1 mei ge reed hebben, wil de wettelijke termijn kunnen worden nagekomen. Art. 26 onder h van de statuten der boerenleenbanken bepaalt dan ook, dat de balans en de verlies- en winstrekening vóór 1 mei door het be stuur aan de raad van toezicht moet zijn voorgelegd. Pas als de raad van toezicht de jaarstukken in orde heeft bevonden, kan tot bijeenroeping van de alge mene vergadering worden overgegaan. De raad van toezicht moet over zijn bevindingen bij het onderzoek van de jaarstukken verslag uitbrengen aan de alge mene vergadering. Bij de boerenleenbanken geschiedt zulks doordat de raad van toezicht een verklaring op de jaarstukken stelt, waaruit blijkt dat hij de balans en de rekening van ontvangsten en uitgaven in orde heeft bevonden. Bij het bijeenroepen van de algemene vergadering 101

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 31