miljoen van de schuld in lopende rekening van de zuivelfabrieken. Deze beschikten per eind januari nog over melktoeslaggelden, die nog niet konden worden doorbetaald aan leveranciers. De effectenportefeuille nam door de inschrij ving op de emissie van de Bank voor Neder- landsche Gemeenten toe. Ook de creditsaldi in lopende rekening zijn met een vermindering van 10,5 miljoen in belangrijker mate afgenomen dan in januari gebruikelijk is. Deze afwijking is ontstaan door een vermindering van de creditsaldi bij de banken gevestigd in de kleigebieden, waarbij in januari als regel nog een toene ming optreedt. De reserve is als gevolg van de bijschrijving van de winsten over het jaar 1959 gestegen tot bijna 100 miljoen. In de komende maanden zal door bijboeking van winsten 1959 de reserve nog verder toenemen. De spaaroverschotten zijn in vergelijking met die in de maand december belangrijk hoger, hetgeen evenwel normaal is. Ten opzichte van de maand januari van het jaar 1959 is sprake van een achteruitgang, die bij de aan gesloten banken 11,7 miljoen bedraagt. Hierbij moet in aanmerkingworden genomen, dat de spaargelden in januari 1959 nog wer den beïnvloed door de uitkering van 175 miljoen aan melkgelden in de voorgaande maand. Een bevestiging hiervan geven ook de spaarresultaten bij de banken in de weide streken, die in deze maand bijna 8 miljoen lager zijn dan in de overeenkomstige maand van 1959. In februari komen blijkens de voorlopige cijfers bij de bij Utrecht en Eindhoven aan gesloten banken spaaroverschotten voor van respectievelijk 20,0 miljoen en 12,7 mil joen. Bij de Rijkspostspaarbank is het spaar overschot 29,8 miljoen. Nederland spaart hard 'Ik wou wat geld opnemen' (Overgenomen uit „Het Vrije Volk") 98

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 28