WENKEN VOOR KASSIERS Er wordt wel eens de vraag gesteld waarom de verantwoordingsstaat overige beleggingen (form. 258) niet dezelfde indeling heeft als de verantwoordingsstaat effecten (form. 257). De kolom „was dit jaar te betalen" van form. 258 wekt blijkbaar bij enkele kassiers onlustgevoelens op, naar onze mening echter ten onrechte, omdat deze kolom uiteraard de belangrijkste is. De bank zal immers in de meeste gevallen aan de betrokken rechts persoon dienen op te geven welk bedrag aan rente verschuldigd is. Genoemde kolom stemt geheel overeen met de kolom „moet be talen aan rente enz." van de individuele voorschotgrootboekjaar (kleur geel).Bij de in vulling van de intrestkolommen van form. 258 zal men altijd moeten beginnen met de kolom „was dit jaar te betalen". De kolommen „is betaald" en „blijft te betalen" vloeien voort uit deze kolom, eventueel rekening houdende met de kolom „was te betalen over vorige jaren" (wat dus nog te betalen was bij het begin van het jaar). Daar de voorschotgroot- boekkaart dus alle gegevens levert voor het invullen van de verantwoordingsstaat overige beleggingen, gebruiken meer banken voor het administreren van deelname leningen aan publiekrechtelijke lichamen en andere rechtspersonen de gewone grootboekkaart (voor natuurlijke personen). Dat wil na- tuurijk niet zeggen, dat deze soort lenin gen op het uittreksel van de voorschotten aan natuurlijke personen (uittreksel II) vermeld moeten worden. Zij blijven dus rustig op het Z-III uittreksel staan, hetzij ieder afzonder lijk, hetzij de totaaltelling van form. 258. Bij de administratie van de gemechaniseerde banken zijn bedoelde gegevens aan de hand van de individuele grootboekkaart niet direct afleesbaar. De verantwoordingsstaat effecten bezit geen kolom „was dit jaar te betalen", omdat de op deze staat te noteren rente automatisch wordt ontvangen en de juistheid met een oogopslag meestal te controleren valt. Bij de Tweede Kamer is een ontwerp van wet tot opheffing van hetGrootboek voorwoning verbetering ingediend. Bij het opstellen van het ontwerp is de regering ervan uitgegaan, dat de wet vóór 1 augustus 1960 in werking zal treden. Zij heeft op grond daarvan voor gesteld, dat na 31 juli van dat jaar niet meer bij het grootboek behoeft te worden gestort. Waarom heeft de verantwoordingsstaat overige beleggingen niet dezelfde indeling als de verantwoordingsstaat effecten? In dagboek leenbank of giroboek in de eerste plaats de naam van de rekening vermelden. Ontwerp van wet tot opheffing van het Grootboek voor woning verbetering. Dat in het dagboek leenbank of giroboek in de kolom „naam" in de eerste plaats de naam van de rekening vermeld moet worden en niet aan welke persoon uitbetaling heeft plaats gevonden, blijkt nog geen algemene regel te zijn. Zo wordt b.v. bij betaling van gelden, betrekking hebbende op de rekening „Diverse Personen" in het dagboek de naam van de begunstigde genoteerd in plaats van de aan duiding „Diverse Personen" en bij CMC-be- talingen de naam van degene, die de betalin gen aan de veehouders verzorgt. Dit is natuurlijk duidelijk genoeg voor de kassier zelf, doch kan misverstanden opleveren, wanneer een nieuwe kassier uit de admini stratie van zijn voorganger wegwijs probeert te worden. Er bestaat vanzelfsprekend geen bezwaar tegen om achter de naam van de rekening (in het dagboek) de naam van de begunstigde te vermelden. 61

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 23