ben en waar de plaatselijke ontwikkeling
niet zodanig is, dat daarin verandering kan
worden verwacht, op een daarvoor geschikt
moment besluiten tot fusie met een zuster
instelling over te gaan.
Wij spreken de hoop uit, dat de banken, die
in het afgelopen jaar besloten in een grotere
gemeenschap samen te werken, dat mogen
doen met behoud van de zin voor solidariteit
en saamhorigheid, die kenmerkend is voor
onze organisatie.
Het nieuwe reglement van het
Onderling Waarborgfonds
Het in werking treden per 1 januari 1960
van het nieuwe reglement van het Onderling
Waarborgfonds heeft in de maand december
van het vorige jaar drukke voorbereidende
werkzaamheden met zich mede gebracht.
Voor de banken, bij welke „bijzondere" of
„excedent"-risico's, als bedoeld in het nieuwe
reglement van het fonds, voorkomen, moest
tijdig een verzekering buiten het fonds ge
sloten worden, terwijl ook van vele banken
de bestaande, buiten het fonds gesloten, ver
zekeringen konden worden beëindigd, omdat
die banken per 1 januari 1960 volledig onder
het fonds gedekt zijn.
Het is verheugend, dat een groot aantal ver
zekeringen per 1 januari 1960 kon worden be
ëindigd. Daaruit blijkt dat de reglementswijzi
ging een reële verruiming van de dekking
door het fonds betekent en dat de door het
bestuur van het fonds als „bijzondere risico's"
aangewezen omstandigheden de werking van
het fonds niet onnodig beperken. Aan de
andere kant is gebleken, dat sommige banken,
die vroeger geen verzekering buiten het fonds
hadden lopen, thans wel een aanvullende
dekking buiten het fonds behoeven. Voor
deze banken heeft de wijziging van het
reglement het nuttige effect gehad, dat zij
nog eens bepaald zijn bij de vraag of hun
risico's op voldoende wijze gedekt waren.
Bij het schrijven van deze regels was de aan
passing aan het nieuwe reglement nog in
volle gang. Steeds wordt door ons getracht
ieder geval afzonderlijk te bekijken en even
tueel de betrokken bank bij de beantwoording
van de vraag of al dan niet een verzekering
buiten het fonds gesloten moet worden, van
advies te dienen. Enerzijds moet gezorgd
worden voor een voldoende gedekt zijn van
de bijzondere excedent-risico's, anderzijds
moet gewaakt worden tegen het sluiten van
een overbodige verzekering. Wij hebben
goede hoop, dat de aanpassing aan het
nieuwe reglement in de loop van januari van
dit jaar volledig voltooid zal zijn.
Financiering varkensmesterij
Nadat de figuur van het mestvarkenkrediet
in zijn nieuwe vorm was geïntroduceerd,
bleek alras dat vele aanvragen voor zulk een
krediet tot omvangrijke bedragen werden in
gediend door personen, die, hoewel geen
varkensmester van professie, deze mesterij
ter hand wilden gaan nemen, aangelokt door
de gemakkelijke kredietvoorwaarden. Er be
hoefde immers geen andere zekerheid te
worden gesteld dan zekerheidsoverdracht van
de varkens. Voor het krediet werd aan de
verstrekkende bank een garantie afgegeven
door de afdeling C van het Onderling Waar
borgfonds (80 de betrokken veeafzetver-
eniging (10 °/o) en de betrokken veevoeder
leverancier (10 Degenen, die zich reeds
langere tijd op het gebied van de varkens
mesterij bewogen en voor wie deze krediet
vorm in de eerste plaats was bedoeld, dienden
kredietaanvragen in, welke zich in het alge
meen bewogen op een niveau van 2.000,
tot 5.000,terwijl in mindere mate door
hen kredieten tot ongeveer ƒ10.000,werden
gevraagd. Dit laatste bedrag maakt in het
Drentex- en G.O.S.-gebied het mesten van
ongeveer 70 varkens mogelijk, een aantal,
dat in verband met de structuur van de be
drijven aldaar als het maximum moet wor
den beschouwd, dat met de getroffen rege-
6