de aangesloten banken immers een zeer uit gebreide curculaire, waarin velerlei nuttige wenken worden gegeven met het oog op de jaarafsluiting. Gok thanswas dit wederom het geval. Wij zullen ons hier tot deze aankondi ging beperken, doch onderstrepen gaarne de woorden, waarmede deze balanscirculaire sluit: „Wij zeggen reeds bij voorbaat onze kassiers en verder personeel dank voor de vele werkzaamheden, verbonden aan het samenstellen van de jaarstukken." No. 30 van 29 december 1959 doet mede deling van een vereenvoudiging van de giro werkzaamheden voor de aangesloten banken. Zij zullen voortaan namelijk de slips in het bankgiroverkeer (dat zijn dus slips, komende van commerciële banken) in duplo ontvan gen, waardoor zij één exemplaar kunnen doorgeven aan hun cliënten en de gegevens van de slips niet meer behoeven over te nemen. Verder bevat deze circulaire een ad vertentie van de bank te Augustinusga, waarbij sollicitanten worden opgeroepen voor de functie van kassier. No. 31 van 29 december 1959 doet enkele mededelingen met het oog op de in te zenden maandstaat per 31 december 1959, opdat door ons van alle aangesloten banken uni forme cijfers worden verkregen. Rubriek III: Kredietverlening No. 11 van 4 december 1959 vraagt aan dacht voor de bijzondere clausule, voorko mende in de akten, die gebruikt worden bij de verstrekking van voorschotten en kredie ten onder garantie van het Borgstellings fonds. Deze clausule betreft de opeisbaarheid van de verstrekte posten. Verder is in deze circulaire een advertentie opgenomen van de bank Leeuwarden N.K. voor indiensttreding van een administratieve kracht. No. 12 van 29 december 1959 doet mede deling van het besluit van het bestuur der Centrale Bank om de maximumbedragen van mestvarkenkredieten, die verstrekt worden met garantie van het Onderling Waarborg fonds, afdeling C, te stellen op 10.000, Een rectificatie op de balanscirculaire (ru briek I no. 29, zie boven) is eveneens opge nomen. Rubriek IVDeviezenbepalingen In deze rubriek is in de afgelopen maand slechts één circulaire verschenen en wel no. 13 van 14 december 1959. De banken worden er in deze circulaire op gewezen, dat buitenlandse reischeques (tra- vellercheques) slechts dan onmiddellijk kun nen worden uitbetaald aan de oorspronke lijke houder, mits deze zich kan legitimeren en de handtekening te verifiëren is. Verder volgen nog enkele mededelingen omtrent de wijze van behandeling bij aanbieding door derden. Rubriek VEffecten Ook hierin kwam slechts één circulaire voor. Het was no. 4 van 11 december 1959. Hierin werd een mededeling gedaan met betrekking tot het aflosbaar stellen van 3 Investe ringscertificaten. Verder bevat de circulaire enkele wijzi gingen, aan te brengen in de adreslijst van aangesloten banken. Rubriek VIII: Overheidsbetalingen No. 8 van 16 december 1959 bevat een mededeling omtrent de handtekeningen van gemachtigden, die moeten voorkomen op de mandaten graantoeslag 1959. No. 9 van 18 december 1959 wijst er op, dat de verschillende formulieren, benodigd voor de maandelijkse verantwoording aan het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw, voortaan niet meer automatisch zullen wor den toegezonden, doch door de banken moeten worden aangevraagd. Rubriek X: Diversen In circulaire no. 20 van 18 december 1959 wordt melding gemaakt van een nieuwe in deling van de aan de banken te zenden circulaires. Verder zullen voor de opberging van circulaires en correspondentie in ordners aan de banken rubriekkaarten worden toe gezonden. No. 21 van 18 december 1959 herinnert de banken aan mogelijke noodzaak van opzeg ging van bestaande verzekeringen of het sluiten van nieuwe, een en ander in verband met het in werking treden van het nieuwe reglement van het Onderling Waarborg fonds. 37

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 39