RAPPORT COMMISSIE LOONMESTERIJ
Van een in juni 1959 verschenen rapport van een door de Nationale Coöperatieve Raad
ingestelde commissie ter bestudering van de loonmesterij in Nederland wordt een korte be
spreking gegeven. Na een overzicht van de verschillende soorten van loonmestcontracten, van
omvang en aard dezer contracten, worden de oorzaken van de loonmesterij opgesomd. Ge
vraagd wordt welke taak de coöperaties hier hebben en aan welke maatregelen kan worden
gedacht.
In opdracht van het bestuur van de Nationale
Coöperatieve Raad heeft een commissie uit
coöperatieve kring zich in de eerste helft van
het jaar 1959 bezig gehouden met de bestu
dering van de loonmesterij in Nederland.
De commissie had onder meer tot taak een
onderzoek in te stellen naar de oorzaken, die
tot het ontstaan van de loonmesterij hebben
geleid en na te gaan welke omvang en vor
men de loonmesterij heeft aangenomen. Haar
onderzoek diende een antwoord mogelijk te
maken op de vraag of en, zo ja, wat tegen
over de loonmesterij door de coöperaties kan
en behoort te worden gedaan.
De resultaten van het onderzoek zijn neerge
legd in een rapport, dat begin juni 1959 aan
het bestuur van de Nationale Coöperatieve
Raad is uitgebracht. Aan dit rapport ontlenen
wij, speciaal ten aanzien van de varkens-
mesterij, het volgende.
Verschillende soorten loonmestcontracten
In Nederland treft men drie soorten loon
mestcontracten aan, te weten kredietcon
tracten, prijscontracten en eigenlijke loon
mestcontracten.
Kredietcontracten zijn contracten, waarbij
kredietverlening plaats vindt door leveran
ciers, in dit geval leveranciers van veevoeder
of leveranciers van biggen. Bedoelde con
tracten komen er op neer, dat de afnemer van
veevoeder zijn voedernota's, of de afnemer
van biggen zijn biggennota's, eerst behoeft te
betalen wanneer de varkens gemest en ver
kocht zijn. Als tegenprestatie voor het krediet
moet de mester zich verbinden om uitsluitend
bij de kredietverlenende leverancier zijn vee
voeder of de biggen te kopen.
De prijscontracten komen vrijwel met de
kredietcontracten overeen. Het verschil met
de kredietcontracten ligt hierin, dat het ge
meste vee bij het kredietcontract tegen dag
prijs, doch bij het prijscontract tegen een
vooraf overeengekomen prijs wordt verkocht.
De eigenlijke loonmestcontracten hebben niet
de verlening van leverancierskrediet ten ge
volge; het zijn overeenkomsten, waarbij de
mester zich verbindt om tegen loon vee van
de handelaar te huisvesten en te mesten.
In tegenstelling tot de eerste twee contract-
vormen treedt de mester bij de laatste con-
tractvorm niet als zelfstandig ondernemer op.
Het rapport stelt vast, dat aan de loonmest
contracten als zodanig een aantal algemeen-
economische voordelen verbonden kunnen
zijn, zoals specialisatie in de produktie,
snellere toepassing van betere produktie-
methoden, uniformering en afstemming van
de produktie op de afzet en betere interne
financieringsmogelijkheden.
Tegenover deze voordelen staan echter ook
nadelen. Gevreesd wordt, dat de positie van
de kleine boer op het gemengde bedrijf door
de specialisatie (met de daaruit groeiende ge
specialiseerde, kapitaalintensieve landbouw
bedrijven) moeilijk zal worden. Door econo
mische machtsconcentratie zal zijn econo
mische zelfstandigheid worden bedreigd,
terwijl het zelfstandig ondernemerschap en
de arbeidsvreugde van de boer geheel of ge
deeltelijk zullen verdwijnen.
Omvang en aard van de contracten
De omvang en de vormen, die de loonmesterij
heeft aangenomen, zijn globaal vastgesteld
30