staat men de overeenkomst, waarbij de erf genamen de boedel van de overledene on derling verdelen. Ieder van de erfgenamen ontvangt daarbij een of meer goederen uit de boedel ter waarde van zijn erfdeel. Zulk een verdeling kan in het algemeen vormloos tot stand komen; mondeling of bij onder handse dan wel notariële akte, al naar ge lang de erfgenamen dat verkiezen. Als ech ter minderjarigen bij de boedelscheiding be trokken zijn, moet altijd een notaris de akte van boedelscheiding opmaken. En ook zal men een notaris gewoonlijk met het opma ken van de akte van boedelscheiding be lasten (al berust dat niet op een wettelijk voorschrift) als zich in de nalatenschap on roerend goed bevindt. De notaris kan dan namelijk voor de nodige aantekeningen ten hypotheekkantore zorg dragen. Uit het vorenstaande zal wel blijken, dat niet in alle nalatenschappen een notaris ge moeid wordt. Met name zal men niet een notaris betrekken in een kleine nalatenschap, waarin zich geen onroerend goed bevindt. Zelfs de aanwezigheid van minderjarige kinderen onder de erfgenamen betekent niet, dat het noodzakelijk is een notaris in te schakelen. Heel dikwijls zal men immers in een dergelijk geval er van afzien de boedel te scheiden. Geheel juist is het eigenlijk niet om de boedel zonder meer on verdeeld te laten als er minderjarigen in gerechtigd zijn, omdat het Burgerlijk Wet boek voorschrijft, dat een voogd of ouder, die het beheer van het vermogen van een minderjarige heeft, een nalatenschap, waar in een minderjarige is gerechtigd, niet zonder toestemming van de kantonrechter onverdeeld mag laten. Wij durven te ver onderstellen, dat dit voorschrift bij kleine nalatenschappen wel heel vaak met voeten zal worden getreden. Hoe moet de bank handelen als er geen notaris in de nalatenschap betrokken is en een of meer der erfgenamen uitbetaling verzoeken? Hoe dan ook, de bank kan geconfronteerd worden met de vraag hoe zij moet handelen als de erfgenamen niet een boedelnotaris hebben benoemd. Vaak komt, na verloop van zekere tijd, een der erfgenamen met het spaarbankboekje bij de bank en vraagt uitbetaling. Kan de bank aan dat verzoek voldoen? Moet de bank een verklaring van erfrecht vragen? Uitbetaling aan de gezamenlijke erfgenamen? In het algemeen luidt ons advies, dat in een dergelijk geval de uitbetaling dient te ge schieden aan alle erfgenamen of aan een persoon, die door alle erfgenamen als ge volmachtigde is aangewezen. Het enkele overleggen van het spaarbankboekje door een der erfgenamen kan niet als een vol doende volmacht worden beschouwd. Tevens moet de bank in het bezit worden gesteld van een verklaring van erfrecht, althans wanneer het spaarsaldo enige omvang heeft. Bij kleine spaarsaldi (beneden 500, is overlegging van een verklaring van erf recht niet nodig, indien de uitbetaling ver langd wordt door de echtgenoot (of echt genote) van de overleden rekeninghouder of diens kinderen. Kan ook aan ieder der erfgenamen uitbetaling van zijn portie plaats vinden? In sommige gevallen zal het niet mogelijk zijn het saldo uit te betalen aan alle erfge namen, hetzij omdat een der erfgenamen af wezig is of in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te verklaren, hetzij omdat een der erfgenamen zijn medewerking niet wil ver lenen. In een dergelijk geval zal het even eens niet mogelijk zijn, dat de bank het spaarsaldo uitbetaalt aan een der erfgena men, die door de overige als gevolmachtigde is aangewezen. Wat kan de bank onder der gelijke omstandigheden doen? Wij moeten daarbij een onderscheid maken tussen de situatie, die ontstaat als tussen de erfgenamen nog geen boedelscheiding heeft plaats gevonden en de situatie, die men heeft als er wèl boedelscheiding heeft plaats gevonden. Als er nog geen boedelscheiding is geweest, kan de bank onder de geschetste omstan digheden (d.w.z. als het niet mogelijk is de medewerking van alle erfgenamen bij de uitbetaling te verkrijgen) aan ieder van de erfgenamen zijn portie in het saldo uitbeta len. Ook hier brengt de verklaring van erf recht uitkomst, want daarin staat precies, hoe groot het aandeel van een ieder in de 27

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 29