jaren tijds tot volksvoedsel gebracht (meer dan 20 kg per hoofd per jaar). Een grote rem voor het verbruik in Neder land is o.m. gelegen in het feit, dat ge vogelte, krachtens de vestigingswetgeving, tot nu toe slechts mocht worden verkocht door erkende poeliers. Vlak voor de jaar wisseling heeft de regering een belangrijke verruiming toegestaan, waardoor het aantal verkooppunten, vooral van panklaar verpakt en diepgevroren pluimvee, aanzienlijk zal worden uitgebreid. Dit zal ongetwijfeld tot gevolg hebben, dat de consumptie, evenals in het buitenland, nog verder toeneemt. Een meerder verbruik van één pond per persoon per jaar betekent, dat alleen al in de E.E.G.-landen circa 125 miljoen slachtkuikens meer moeten wor den gefokt. En het lijkt er nu op, dat vooral Nederland deel kan hebben in deze pro- duktievermeerdering. Trouwens, de slacht- kuikenproduktie heeft in Nederland reeds in enkele jaren tijds een omvang bereikt van ongeveer 25.000 ton panklaar produkt. Het mesten van slachtkuikens vraagt een algehele omschakeling van de bedrijfsvoe ring. Naast grote gespecialiseerde bedrijven, met 20 a 40.000 stuks slachtkuikens waar door automatisering en mechanisering het benodigde personeel tot een minimum kan worden beperkt zijn er zeker goede kan sen voor gemengde bedrijven waar 4 a 5.000 stuks slachtkuikens kunnen worden gehouden (16 a 20.000 stuks per jaar af te leveren). Bij een betrekkelijk geringe winst per kuiken kunnen deze nog een aardig bedrag opleve ren. Weliswaar brengt ook deze nieuwe tak van het agrarisch bedrijf risico's met zich mee doch de perspectieven lijken gunstig. Men zal het echter moeten aandurven voor de noodzakelijke omschakeling een flink bedrag te investeren. Varkens De teelt- en produktieregelingen hebben ten doel het aanbod zo goed mogelijk aan te passen aan de vraag en/of de betrokken bedrijfstak in belangrijke mate te reserveren voor de daarvoor veelal uit sociale over wegingen in aanmerking komende bedrij ven. Dit wil echter nog niet zeggen, dat men er ook steeds in slaagt verstoringen te voor komen. Op het terrein van de varkensmesterij tracht men de produktie enigermate „in de hand te houdendoor het uitgeven van ver gunningen voor de berenhouderij. Uit de laatste statistieken is nu echter ge bleken, dat het aantal dekkingen verge leken met voorgaande jaren sterk is toe genomen. Verwacht wordt, dat in juli circa 370.000 slachtrijpe varkens zullen worden aangeboden, d.w.z. 100.000 meer dan in juli 1959. Wanneer de produktie met 100.000 stuks per maand gaat stijgen moet, naar de mening van de voorzitter van het Produkt- schap voor Vee en Vlees, het rode licht wor den ontstoken. Hoewel de ontwikkeling van de varkensmarkt moeilijk valt te voorspellen, lijkt het toch niet waarschijnlijk, dat de sterke toename een prijsdrukkende werking zal uit oefenen. Inmiddels moest men, in het kader van het marktordenend beleid, mede in ver band met de minder rooskleurige vooruit zichten van de Engelse markt, reeds over gaan tot verlaging van de overnameprijs voor baconvarkens. De Sociaal-Economische Raad heeft advies uitgebracht over een door de vorige minister van Landbouw ter beoordeling ingezonden voorontwerp voor een landbouwvestigings- wet, die de overheid bevoegdheid zou ver lenen om vestigingseisen te stellen met be trekking tot de vakbekwaamheid en krediet waardigheid (nog niet ten aanzien van minimum-bedrijfsgrootte, hoewel dit een volgende stap zou kunnen zijn). Ten aanzien van kredietwaardigheid kan men stellen, dat de toekomstige ondernemer zich toch wel terdege rekenschap zal geven van de financiële aspecten, aan de bedrijfs voering verbonden. Wanneer men bovendien bedenkt, dat de aspirant-landbouwer in ge zinsverband veelal reeds ervaring heeft op gedaan en men voorts rekening houdt met de mentaliteit in de landbouw, dan is het stellen van eisen van kredietwaardigheid toch wel haast overbodig. Nog afgezien van het feit, dat in de middenstandssector wel gebleken is, dat dit criterium uiterst moeilijk is te hanteren. Ten aanzien van vakbekwaamheid (praktijk ervaring en diploma landbouwschool) blijkt, dat thans reeds 90 a 95 °/o van de toekom stige bedrijfsleiders in de een of andere vorm Vestigingseisen 11

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 13