door onze industrie zich op het buitenland kan richten dan lijkt heroriëntering van het systeem van teeltregelingen toch zeker gewenst, zo niet noodzakelijk. Daarbij komt bovendien, dat door de liberalisatie van conserven onze industrie ook op de binnen landse markt in een nadelige positie kan komen te verkeren. Van telerszijde wenst men voorshands echter nog vast te houden aan het systeem van teeltregeling en is men slechts bereid voor bepaalde produkten de contractteelt op bij zondere vergunningen bij aangeslotenen A toe te staan. Voorts wil men de mogelijkheid van contractteelt van spinazie en spercie- bonen bij niet-aangeslotenen A met een jaar verlengen, aangezien de bijzondere weers omstandigheden van 1959 niet als een juiste maatstaf konden gelden voor het beoordelen van deze proef. Vroege aardappelen Doordat de teelt van vroege aardappelen voor consumptie- en voor pootdoeleinden niet is te scheiden, wordt via de teeltregeling van vroege aardappelen automatisch ook het areaal pootaardappelen van vroege rassen ongeveer 2h deel van de totale oppervlakte aan banden gelegd. Het hanteren van een regeling, welke ten doel heeft de consumptiemarkt niet te over voeren, kan zo tot gevolg hebben, dat de ver bouw van pootgoed van bepaalde rassen naar welk pootgoed op de exportmarkt vraag bestaat zou worden belemmerd. In ver band met de bezwaren uit de pootgoedsector tegen deze door de tuinbouw getroffen regeling is weliswaar nog niet besloten tot afschaffing, doch wel tot onbeperkte uitgifte van vergunningen in 1960, waardoor deze regeling volkomen tot een „papieren maat regel" is geworden. Zolang het nog op gang zijnde overleg nog niet is beëindigd, geldt derhalve „vrijheid in (officiële) gebonden heid". Fruitteelt In de fruitteeltsector is men enkele weken geleden inmiddels een stap verder gegaan. De teeltregeling was ook hier van geringe betekenis. Het accent ligt hier bovendien veeleer op het systeem van erkenningseisen. Daarom is besloten de teelt van fruit door erkende fruittelers geheel vrij te maken en de z.g. aanplantvergunningen te laten ver vallen. Pluimvee In de kippensector voltrekt zich een ontwik keling welke geheel nieuwe en naar het lijkt grote mogelijkheden in zich bergt. De Nederlandse pluimveehouderij zal daar van in belangrijke mate kunnen profiteren, mits zij er in de meest letterlijke zin „als de kippen bij" is en wordt voorkomen dat ver starrende elementen van het beleid een om schakeling in de weg staan. Immers, ook in deze tak van het agrarische bedrijf kent men het stelsel van produktie- beheersing, doordat de pluimveehouderij althans wat betreft de leghennen groten deels, via het toewijzingenstelsel, is gereser veerd voor de (kleinere) gemengde bedrijven. In verband met goede afzetmogelijkheden van eieren en eendagskuikens op de export markt en gunstige perspectieven in de Euro- markt, zal men er voor moeten waken, dat een verantwoorde uitbreiding mogelijk blijft. Over verruiming of afschaffing van de tot nu toe gehanteerde regelingen is thans trou wens een discussie gaande. Hierbij zal ook een omschakeling in de bedrijfsvoering, met name in grotere eenheden, niet mogen wor den belemmerd; integendeel, in verband met onze concurrentiepositie, veeleer in sterke mate moeten worden bevorderd. Nieuwe en grote mogelijkheden doen zich in de pluimveesector vooral voor op het gebied van de produktie en afzet van slachtkuikens. West-Europa is in navolging van Ame rika en Engeland op weg een groot consu ment te worden van slachtpluimvee. Het verbruik van pluimveevlees is de laatste jaren sterk toegenomen en vertoont een nog steeds verder gaande stijging. Hoewel in Nederland de consumptie nog betrekkelijk laag is, vertoont deze van 1957 op 1958 toch een toename van 50 °/o. Werd in 1955 nog 0,5 kg per persoon geconsumeerd, in 1958 was dit reeds 1,1 kg (panklaar). In alle E.E.G.-landen gezamenlijk werd echter in 1957/1958 een hoeveelheid van 3,5 kg pluim vee per persoon per jaar opgepeuzeld. In Amerika hebben de „chickens" het in enkele 10

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1960 | | pagina 12