ren tot een zo groot mogelijke nationale wel vaart en dat in het algemeen een redelijke beloning van de in de agrarische sector samenwerkende produktiefactoren gewaar borgd is". Daarbij bleef de minister van mening, dat het om allerlei redenen gewenst is, dat bin nen het raam van het garantiebeleid ruimte wordt geschapen voor een meer doelbewuste prijspolitiek. Door de garantieregelingen voor de verschillende produkten niet zonder meer te baseren op de gemiddelde kost prijzen wordt het mogelijk via het prijs niveau en de prijsstructuur als kompas waardoor de ondernemers zich bij hun be slissingen laten leiden te stimuleren tot een meer verantwoorde samenstelling en organisatie van de agrarische produktie. Aldus de minister. Als een spiraal boven water Een van de belangrijkste overwegingen voor een minder straffe binding van de garantie prijzen aan de gemiddelde kostprijzen per produkt, vormt de beïnvloeding van het garantiebeleid op de kostprijs. Met name bij de melk zou de zeer bevredigende garantie prijs prikkelen tot het gebruik van meer krachtvoer, waardoor de kostprijs weer hoger wordt en dus de garantieprijs ook weer zou moeten worden verhoogd. De minister noemt dit de „spiraalwerking" van op kostprijzen gebaseerde garantieprijzen. Hoewel de wisselwerking tussen garantie beleid en steeds verdergaande kostprijs stijging bij de melk voor de minister blijk baar vaststaat „als een spiraal boven water", wordt de juistheid van de gebruikte argu menten door bepaalde deskundigen ernstig in twijfel getrokken. Ook de Kamer achtte de bewijsvoering allerminst overtuigend. Enerzijds gebruikt de minister niet-verge- lijkbare cijfers; anderzijds kan de stijging van de produktiekosten ook voor een be langrijk deel worden toegeschreven aan natuurlijke omstandigheden, nl. de stijging van de belangrijkste kostenfactoren. Hoe het ook zij, de minister moest de Kamer uitdrukkelijk toezeggen deze kwestie nog eens rustig door te praten met het Land bouwschap. Tevens moet daarbij worden nagegaan op welke wijze een nieuwe, betere basis kan worden gehanteerd voor het ga rantiebeleid. Wellicht is het mogelijk de methodiek van de kostprijsberekening enigs zins te wijzigen, zodat weer een vaste basis wordt gevonden, waarvan bij de prijsvast stelling niet naar willekeur kan worden af geweken. De minister moest daarbij in zo verre een veer laten, dat de Kamer zich zeer uitdrukkelijk het recht heeft voorbehouden hierop terug te komen, nadat een nota is overgelegd inzake het nadere beraad met het Landbouwschap. Het gaat hier ongetwijfeld over een belang rijke aangelegenheid, nl. over de vraag of het nationaal-economisch verantwoord is (veel) krachtvoer te importeren ten behoeve van de zuivelexport, waarbij een belangrijke subsidie moet worden verleend aan de rund veehouderij. Een vraagstuk, dat ook in de dertiger jaren de gemoederen ernstig heeft beziggehouden. Geen akkerbouwspiraal Inmiddels is in de akkerbouwsector van een spiraalwerking geen sprake. Integendeel, wanneer over de laatste zes jaar de kost- prijsstijging, die veroorzaakt wordt door de stijging van het loon- en prijspeil en door de herziening van de uitgangspunten voor de kostprijsberekeningen („ruk aan de bel"), buiten beschouwing blijft, dan blijkt dat in de akkerbouwsector over de gehele linie een kostprijsdaling heeft plaatsgevonden van ca. 10%. Dit is mede de reden waarom meer waarde wordt toegekend aan de juistheid van de kostprijsberekeningen van akker- bouwprodukten. Hier is de minister dan ook slechts weinig, bij wijze van afronding, afge weken van het tot nu toe op kostprijsbe rekeningen gebaseerde beleid. Daarnaast wijst de minister er echter op, dat de ren tabiliteit van de akkerbouwbedrijven de laatste jaren is achter gebleven bij de weide en gemengde bedrijven. Ruimte voor loonvorming Bijzondere aandacht is in de Kamer voorts besteed aan de samenhang tussen garantie beleid en loonbeleid en met name aan de vraag of er in de landbouw voldoende ruimte blijft voor toepassing van het systeem van gedifferentieerde loonvorming. De regering was voornemens om, indien zou blijken dat de produktiviteit in de landbouw meer zou 327

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 9