DE REGERINGSNOTA INZAKE DE BEZITSVORMING De regering heeft op 6 november jl. bij de Tweede Kamer een nota ingediend over de hoofdlijnen van het in de eerstkomende jaren te voeren beleid ter bevordering van de vor ming van duurzaam persoonlijk bezit in brede kring. Deze nota behandelt een onderwerp, dat ook voor de boerenleenbanken in Nederland van groot belang is. Wij achten het daarom ge wenst reeds thans een beschouwing aan deze nota te wijden. Men hoede er zich echter voor te denken, dat de regeling, zoals we die hieronder zullen schetsen, thans reeds defi nitief is. De nota is nog maar het begin en de stimulering van de bezitsvorming door de overheid zal tenslotte door een wet geregeld moeten worden. In haar nota gaat de regering uit van het juiste standpunt, dat de bezitsvorming pri mair een taak is voor de burgers zelf. De regering stelt zich alleen voor deze bezits vorming te stimuleren. Zij wil dit bereiken door het geven van een belastingvrije premie voor besparingen, die aan bepaalde vereisten voldoen, en door het bevorderen van effec tenbezit o.a. door het zegelrecht, verschuldigd bij de uitgifte van binnenlandse obligaties, te doen vervallen voor coupures van niet meer dan 100,We zullen hieronder echter alleen de spaarpremiëring behande len, daar de boerenleenbanken hierbij het meest betrokken zijn. Volgens de nota is het de bedoeling een be lastingvrije premie te geven van 20% voor besparingen van meerderjarigen met dien verstande, dat van gehuwde personen slechts één van de echtgenoten kan deelnemen. De premie wordt dan verstrekt voor een spaar- bedrag van ten hoogste 400,per per soon per jaar. Echter ligt het in de bedoeling niet alle besparingen te premiëren, maar alleen besparingen, die gedurende vijf jaren uitstaan op een bijzondere spaarrekening (zoals nu bij de jeugdspaarovereenkomst voorkomt), besparingen, die gedurende vijf jaren worden belegd gehouden in effecten, en als dit laatste technisch uitvoerbaar blijkt te zijn, hetgeen nader dient te worden onderzochtbesparingen, die worden aan gewend voor de aankoop of schuldaflossing van een eigen huis. Besparingen, die voor andere objecten dan de hierboven genoemde dienen, zullen voorlopig niet gepremiëerd worden. Voorts staan uitvoeringsmoeilijk heden een differentiatie in de premie, in die zin, dat de premie hoger is naarmate het in komen lager is, in de weg. De moeilijkheid is verder hoe te bereiken, dat de premie alleen wordt aangewend voor nieuwe besparingen. De regeringsnota zegt hierover alleen, dat nog nagegaan zal wor den in hoeverre het mogelijk is verschuivin gen van besparingen van gewone spaar rekeningen naar de gepremiëerde sector tegen te gaan en te voorkomen, dat reeds gepremiëerde besparingen opnieuw voor premiëring in aanmerking worden gebracht. Zoals wij hiervoor reeds schreven, geldt een gepremiëerde spaarregeling alleen voor meerderjarigen, omdat minderjarigen thans reeds volgens de Jeugdspaarwet een spaar rekening kunnen openen, waarover na ver loop van tijd een premie wordt uitgekeerd. Volgens deze wet is het echter mogelijk, dat zij, die in militaire dienst zijn geweest, ook na hun 21e jaar nog krachtens een jeugd spaarovereenkomst sparen. Deze personen Het onderwerp van de vorming van duurzaam persoonlijk bezit is ook voor de boerenleen banken van groot belang. Bezitsvorming in de eerste plaats een taak voor de burgers zelf; de overheid stimuleert slechts. Een belastingvrije premie van 20 °/o, echter alleen voor nieuwe besparingen door meerderjarigen. 345

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 27