schriftelijk aangewezen gevolmachtigde be taalt, kan het gebeuren, dat een boerenleen bank daarvan afwijkt. Hoe vaak zal in een plattelandsgemeenschap niet aan de vrouw betaald worden, ook als deze niet schriftelijk door haar echtgenoot gevolmachtigd is. Bij grotere banken zal de kassier de spaarders dikwijls niet allen kennen en daarom soms niet helemaal zeker weten of de aanbrenger van het boekje de spaarder is of niet. De bank moet, als zij in zulke gevallen uitbetaalt, er tegen gevrijwaard zijn, dat de rekeninghou der haar later verwijten maakt en eist, dat het aldus uitbetaalde aan hem nog eens wordt betaald. Om deze redenen dient de bedoelde clausule in de spaarreglementen gehandhaafd te worden. Gaarne zullen wij van tl vernemen wat wij moeten doen als een onzer leden overleden is. Gewoonlijk wordt de naam van de over ledene afgevoerd uit het ledenregister van onze bank. Is dat juistEr heeft nog geen boedelscheiding van de boedel van de over ledene plaats gehad, zodat wij nog niet weten of de hypotheekschuld door de weduwe over genomen wordt. Indien dit het geval is, dan moet de weduwe zeker lid worden van de bank Wanneer een uwer leden overleden is, dient zijn naam uit het ledenregister te worden af gevoerd. Het lidmaatschap eindigt volgens artikel 13 van de statuten der boerenleen banken op de datum van het overlijden,zodat het alleen maar tot vergissingen kan leiden, als u de naam niet uit het ledenregister af voert. Als de hypothecaire schuld door de weduwe wordt overgenomen, hoeft deze geen lid van de bank te worden. Dit wordt uiteraard anders, als zij nieuwe voorschotten of kre dieten bij de bank wil opnemen. Indien echter het hypothecaire voorschot zou worden over genomen voor een zoon, die het bedrijf voort zet, is het om organisatorische redenen ge wenst, dat deze lid wordt van de bank. Wanneer het hier kredieten betreft, zijn deze door de dood van de kredietnemer automa tisch geëindigd. De weduwe of de zoon, die het bedrijf van de overledene voortzet, kan dus niet meer ten laste van de lopende rekening gelden opnemen, terwijl het even tuele debetsaldo ten gevolge van het over lijden onmiddellijk opeisbaar is geworden. De heer X. heeft driemaal een stem in de algemene vergadering van onze bank uitge bracht, eenmaal als privé-pcrsoon, eenmaal als directeur van een N.V. en eenmaal als president-kerkvoogd. De vraag is nu of deze drievoudige uitoefening van het stemrecht wel strookt met art. 40 van onze statuten. Wij beantwoorden deze vraag bevestigend. De directeur van een N.V. oefent weliswaar de rechten van de N.V. uit, doch hij doet dit niet als gevolmachtigde. De gevolmachtigde immers oefent slechts rechten uit, die de op drachtgever ook zonder hulp van anderen zelfstandig kan uitoefenen. De N.V. zoals elke rechtspersoon kan daarentegen niet handelen tenzij door anderen, die dus als haar orgaan optreden en bekleed zijn met alle bevoegdheden van de rechtspersoon. Met andere woorden, het optreden van de be stuurder van een rechtspersoon is dus in werkelijkheid het optreden van de rechts persoon zelf, terwijl daarentegen bij gewone volmachten vaststaat, dat de opdrachtgever niet zelf optreedt. In de directeur moet men de N.V. persoonlijk (en niet de gemachtigde) aanwezig zien. Ten aanzien van de kerk voogdij geldt mutatis mutandis hetzelfde. Bovenstaand onderscheid tussen een gemach tigde en een orgaan is overigens ook duide lijk neergelegd in art. 40 lid 2 van de statuten der boerenleenbanken. Volgens deze bepaling kan een rechtspersoon aan de algemene ver gadering deelnemen hetzij in de persoon van een harer bestuursleden, hetzij door bemid deling van een gevolmachtigde.Hieruit blijkt, dat twee verschillende figuren zijn bedoeld. De beperking van art. 40 lid 3 mist derhalve toepassing ten aanzien van personen, die in de uitoefening van een bestuursfunctie in een rechtspersoon, deze rechtspersoon op de alge mene vergadering vertegenwoordigen. Binnenkort bestaat de mogelijkheid, dat van VRAAG: ANTWOORD VRAAG ANTWOORD: VRAAG: 342

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 24