voor de circulatiebank vat te krijgen op de
particuliere banken, tenzij de schatkist en de
Staat bereid zouden zijn resp. voor kort
lopende en langlopende schuld een rente
te betalen, die zo hoog is, dat de buitenlandse
saldi op grote schaal zouden worden opge
vraagd en in de schatkist terechtkomen.
Maar al te ver kan de minister van Financiën
hiermee ook niet gaan, wegens de eisen t.a.v.
de rente, gesteld door woningbouw, export en
de expansieve investeringen, die noodzakelijk
zijn in het belang van 's lands monetaire en
economische positie op langere termijn.
Onze slotsom moet dus zijndat de disconto
verhoging, hoezeer deze op zichzelf past in
het kader van de algemene rente-ontwikke
ling in het buitenland in de Verenigde
Staten is inmiddels reeds weer een nog hogere
rentestand bereikt, terwijl ook in diverse
andere landen een neiging tot stijging van de
rente overheerst de invloed in het binnen
land, vooral ook in het licht van de gunstige
conjunctuur, voor het ogenblik niet groot
kan zijn.
Koersen op geld- en kapitaalmarkt
Hoewel de geldmarkt na de discontoverho
ging even ruim is gebleven als tevoren en de
notering voor daggeld zich op lV2°/o hand
haafde, zijn de particuliere discontotarieven
met V4 a gestegen. Verder trad er ook
een stijging in van de rente, geldende voor
z.g. kasgeldleningen de leningen, die de
lagere overheid voor ten hoogste een jaar op
neemt. De kasgeldrente liep namelijk op tot
het daarvoor tot dusverre voor de disconto
verhoging geldende plafond van 23/4 het
tarief is dus nog niet aangepast aan het
hogere disconto van de Nederlandsche Bank.
Op de staatsfondsenmarkt is het effect van
de maatregel evenzeer te verwaarlozen ge
weest. Een blik op onze maandelijkse koers-
tabel maakt onmiddellijk duidelijk, dat de
leningmarkt goed weerstand heeft geboden
aan de druk van de discontoverhoging en dat
zelfs nog hier en daar een koersstijging kon
intreden. De 3V2 staffellening geeft zelfs
nog een verbetering van ruim 1 punt te zien,
terwijl de kortlopende leningen, die normaal
discontopapier het meest benaderen, zelfs iets
hoger noteren dan een maand te voren.
Schatkisttegoed kromp sterk in
Er hebben echter wel belangrijke verschui
vingen plaats gehad, die de positie van de
banken hebben verlicht. Men behoeft slechts
naar het tegoed van de schatkist bij de
Nederlandsche Bank te zien om zulks te kun
nen constateren. Bedroeg dat op 19 oktober
nog 916 miljoen, begin november was het
saldo van het Rijk tot 432 miljoen inge
krompen, terwijl het op 30 november 465
miljoen beliep. Het Rijk heeft namelijk be
langrijke betalingen moeten doen: de drie
maandelijkse uitkeringen aan de gemeenten
vergden 280 miljoen en een dergelijk be
drag werd aan de schatkist onttrokken voor
aflossing van schatkistpapier. Weliswaar
kwam een groot gedeelte van het vervallende
schatkistpapier bij de circulatiebank terecht,
die tijdens de voorafgaande periode van
geldschaarste immers verlichting had gebo
den door schatkistpapier van de banken te
kopen, maar toch konden de banken hun
kassen nog dank zij die aflossingen bij
spijkeren. Dat weerspiegelde zich in een
stijging van de banksaldi met 100 a 200
miljoen, die echter in de laatste week van
november weer wegsmolt als sneeuw voor de
zon wegens de zware onttrekking aan de
banken in verband met de maandultimo en
Sint-Nicolaas. Vanzelfsprekend heeft men
hierbij met een tijdelijk verschijnsel te doen,
al zal ook de tweede helft van december haar
gebruikelijke zware eisen stellen.
Verdere vooruitzichten
Hoe het nu verder met het renteverloop in de
naaste toekomst zal gaan, valt moeilijk te
voorzien. Maar in verband met de tijd van
het jaar, de nog niet tot staan gekomen rente
stijging in het buitenland, de kredietvraag
voor investeringen van het bedrijfsleven en
de plaats gevonden discontoverhoging, komt
het ons toch als waarschijnlijk voor, dat ook
hier te lande thans eerder een tendentie tot
stijging van de rente aan de dag zal treden.
De mate, waarin het Rijk in de komende
maanden een beroep op de geld- en kapitaal
markt zal doen, zal wellicht de doorslag bij
de rente-ontwikkeling geven. De behoeften
van het Rijk zullen echter in 1960 geringer
zijn dan in 1959 zoals nog in de miljoenen
nota werd aangegeven en dus op zichzelf
nauwelijks bijzondere spanningen met zich
kunnen brengen. Maar van de conjunctuur
zal in elk geval wel een renteverhogende
invloed uitgaan.
339