b. De kleine zeevisserij Met bijna 300 kleinere zeevissersvaartuigen, kotters, wordt de kleine zeevisserij op platvis uitgeoefend. IJmuiden enScheveningenzijn de voornaamste aanvoerhavens, doch de kotter- vissers wonen zelf meestal elders. Urk, Texel, Den Helder, Wieringen, Katwijk en Goede reede zijn hun voornaamste thuishavens. De kleine zeevisserij wordt uitgeoefend door typische familiebedrijven. Meestal vaart een vader met enkele zoons of oefenen enige broers de kottervisserij uit. Zij vissen op de Noordzee, doch niet te ver uit de kust. Veelal gaan zij maandagmorgen naar zee en voeren vrijdag of zaterdag hun vis aan, zodat zij de zondag thuis kunnen doorbrengen. Tong en schol zijn hun voornaamste vissoorten, waar van tong speciaal voor de export bestemd is. De kleine zeevissers beschikken thans over een moderne rendabele vloot. Een nieuwe kotter kost ongeveer 200.000,Dit be drag kan een kleine zelfstandige met behulp van kredieten nog juist bijeenbrengen. Ook onze plaatselijke banken hebben verscheidene van deze wakkere vissers kunnen helpen om een modern vaartuig aan te schaffen. c. Garnalenvisserij Met ongeveer 350 kleine kotters wordt langs de gehele kust van de Dollard tot de Wester- schelde de garnalenvisserij uitgeoefend. Ook hierbij hebben wij te maken met familie bedrijfjes. Meestal zijn het broers of een vader met zijn zoons, die dicht langs de kust, in de zeegaten of op de Waddenzee hun be drijf uitoefenen. De garnalen, welke zij aan boord koken, worden in ons land weinig ge geten. Ook de garnalenvisserij is dus een exportbedrijf. De garnalenvissers hebben moeilijke jaren meegemaakt, waardoor de vernieuwing van hun vloot is achtergebleven. De rentabiliteit van de oude vloot biedt slechts weinig moge lijkheden tot reservering voor vernieuwing, doch mede met behulp van kredieten, o.a. van onze plaatselijke banken, zijn zij er in geslaagd de bestaande vloot enigermate te verbeteren. d. IJsselmeer- en binnenvisserij Van de vroegere Zuiderzeevissers is een deel, in het bijzonder Urkers, de kleine zeevisserij gaan uitoefenen. Velen hebben indertijd hun bedrijf omgeschakeld op de palingvisserij op het IJsselmeer. De slechte vangsten ge durende de laatste jaren hebben er toe geleid, dat vele vissers werk aan de wal hebben ge zocht. Thans zijn de aalvangsten weer beter. Desondanks zal in de naaste toekomst, door de voortgaande inpoldering, het aantal be drijven nog verder dalen. Het tenslotte over blijvende I Jsselmeer ter grootte van ongeveer 125.000 ha zal dan meer en meer aansluiten bij de binnenvisserij op meren, rivieren en kanalen. De eigenlijke binnenvisserij is door de op komst van de sportvisserij en de verontreini ging van het viswater door de toenemende industrialisatie meer en meer teruggedron gen. Door het gehele land treft men echter nog binnenvissers aan. Velen van hen zijn lid van een boerenleenbank of hebben er hun spaargeld aan toevertrouwd, evenals zulks met tal van IJsselmeervissers het geval is. Een bekend beeld uit de binnen visserij

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 12