KRONIEK UIT EIGEN KRING
Nu voor de tweede maal de Raiffeisendag zal
worden gehouden, waarbij de spaarders en
adspirant-spaarders door een gepaste pro-
ganda zullen worden benaderd, is het dienstig
nog eens te beklemtonen, dat behalve de
deugd en het nut van het sparen op zichzelf
ook de aanwending en de uitzetting van deze
spaargelden van bijzondere betekenis zijn.
In tegenstelling toch tot de zuivere spaar-
instellingen, die ten aanzien van de belegging
passief zijn, nemen de boerenleenbanken een
actieve positie in. Hun doelstelling is de be
vordering van de belangen van de leden door
het verstrekken van billijk, op de behoeften
van de bedrijven ingesteld krediet.
Hoewel kan worden gesteld, dat in het alge
meen het belang van de spaarders een ander
is dan dat van de leden van een bank nl. een
behoorlijke rentevergoeding over en een vei
lige belegging van het spaargeld, is het be
perkte werkgebied van onze aangesloten
banken de oorzaak van een zekere ver
wevenheid, waarbij de spaarders er van uit
kunnen gaan, dat zij met hun spaargeld de
eigen gemeenschap dienen. Zij nemen op deze
wijze, zij het indirect, actief deel aan de be
vordering van de welvaart in het werkgebied
der bank.
Dit bij tijd en wijle aan de spaarders onder
het oog te brengen, kan de gemeenschaps
gedachte bevorderen. Evenzeer kan deze
zienswijze ertoe bijdragen aan de spaarders
duidelijk te maken, dat zij geen vergelijking
kunnen maken tussen de vergoede spaargeld
rente en de rente, die de bank van haar leden
moet vragen voor voorschotten en kredieten.
Door haar actieve taak de financiering
van de bedrijven van haar leden is de bank
genoodzaakt een grotere liquiditeit aan te
houden dan de instellingen, die uitsluitend
spaarbank zijn. Deze laatste kunnen naar be
hoefte en believen hun uitzettingen stop
zetten.
Op de boerenleenbanken zal dikwijls, juist in
tijden van kapitaal- en geldschaarste, door de
leden een versterkt beroep worden gedaan.
Om hieraan te kunnen voldoen, is een veel
ruimere liquiditeit geboden. Deze liquiditeit
vergt offers, omdat zij in hoofdzaak uit direct
realiseerbare uitzettingen moet bestaan, die
uiteraard een lagere rente opbrengen naar
gelang van de looptijd.
Het is een nog al veel voorkomend misver
stand, dat men zonder meer de spaargeld
rente vergelijkt met de rente voor uitzettin
gen in eigen kring en daaruit concludeert, dat
de marge voor een coöperatieve vereniging
nog al groot is. Het zal dan nuttig zijn boven
staande verklaring in bevattelijke vorm te
geven.
Uit de ons bekende grote belangstelling van
de zijde van de aangesloten banken voor de
organisatie van de Raiffeisendag 1959 putten
wij het vertrouwen, dat de beoogde doel
einden met succes zullen worden beloond.
Van onze grote waardering voor de betoonde
activiteiten kunt u overtuigd zijn.
Behalve deugd en nut van het sparen op zich zelf, zijn aanwending en uilzetting van deze
spaargelden van bijzondere betekenis. De spaarders dienen met hun Spaargelden de eigen
gemeenschap en nemen op die wijze indirect deel aan de bevordering van de welvaart.
Noodzaak voor de boerenleenbanken tot het aanhouden van een grotere liquiditeit dan de
instellingen, die uitsluitend spaarbank zijn. Spaargeldrente kan niet zonder meer worden
vergeleken met die voor de uitzettingen in eigen kring.
257