wen in het welslagen van het begonnen werk bezield. Een diepe religieuze overtuiging gaf hem daartoe de kracht. Raiffeisen achtte het zijn plicht om zijn medemensen te helpen. Hij heeft dit persoonlijk gedaan; zelfs ten koste van zijn gezondheid. Bovendien heeft hij in het verlengde van deze persoonlijke plicht de grote waarde gezien van het onderling samenwerken, van het gezamenlijk dragen van de risico's. In zijn op coöperatieve grond slag werkende banken, waarbij de leden zich volledig aansprakelijk stellen voor de schul den, heeft Raiffeisen het beste middel gezien om de omstandigheden van de gehele bevol king, zowel die van het platteland als die van de stad, ten goede te keren. Raiffeisen is altijd een eenvoudig en be scheiden mens gebleven. Wij zijn het aan zijn nagedachtenis verplicht dit uitdrukkelijk naar voren te brengen. Want hoeveel vreugde het ons ook moge geven, dat thans over bijkans de gehele wereld het „Raiffeisensysteem" be kend is, Raiffeisen zelf heeft in zijn werk nooit persoonlijke roem nagestreefd. Dat zijn naam toch onverbrekelijk aan de Raiffeisen- banken verbonden is, is nimmer zijn eigen wens geweest. In de laatste jaren van zijn leven heeft hij dit goed uit laten komen, door zichzelf enkel als een soort peetoom van de inmiddels tot stand gekomen organisatie te beschouwen en de volle nadruk te leggen op het ijverige en eendrachtige samenwerken van allen, die hetzij aan de lokale banken, hetzij aan de Centrale Bank hun krachten hebben gegeven. Zonder dit samenwerken, zegt Raiffeisen, zal ook in de toekomst de verdere voortzetting van het begonnen werk geheel onmogelijk zijn. Dit woord van Raif feisen geldt ook thans onverkort. Op nog één aspect van Raiffeisen, dat voor het goed begrijpen van het „systeem" onmis baar is, willen wij wijzen. Wij bedoelen de grote bekwaamheid, waarvan Raiffeisen tijdens zijn leven blijk gegeven heeft, om de uitwerking van zijn denkbeelden aan de zich telkens veranderende omstandigheden aan te passen. Zijn principes zijn altijd dezelfde ge bleven, maar in de praktische toepassing daarvan vertoont hij steeds een verfrissende soepelheid, waarvoor geen hindernissen op den duur bestand blijken. Dit treft ons, wan neer wij de vijf uitgaven, die nog bij zijn leven van zijn werk „Die Darlehnskassen- Vereine" verschenen zijn, met elkaar ver gelijken. Steeds zijn de grondgedachten dezelfde, maar de concretisering is in iedere nieuwe editie aangepast aan de veranderde omstandigheden. In een „Ten Geleide" bij de na de dood van Raiffeisen verschenen uit gave van diens werk, wordt Raiffeisen dan ook, typisch duits, genoemd „ein ganz undog- matischer Mann". Wij zouden willen zeggen: Raiffeisen was steeds modern in de goede zin van het woord, hij was „up to date", op de hoogte van zijn tijd. In dit licht gezien, is het niet verwonderlijk, dat de huidige Raiffeisenorganisatie, hier en ook over onze grenzen, een Raiffeisendag viert. Onze methoden zijn immers andere dan die van de vorige eeuw. Raiffeisen beschrijft in zijn boek hoeveel moeite men zich moest getroosten om na de oprichting van een bank de nodige gelden aan te trekken. Hoe een beroep moest worden gedaan op de beter ge situeerden onder de dorpsgemeenschap om inlagen te doen, opdat de bank over een werkkapitaaltje zou gaan beschikken. Veel is toen door persoonlijke overredingskracht en door het opbouwen van een vertrouwenwek kende organisatie tot stand gebracht. Ook onze banken zullen in de toekomst veel geld behoeven om aan de financieringsaan- vragen van haar leden te kunnen voldoen. De tekenen wijzen er op, dat in dit opzicht aan onze organisatie hoge eisen gesteld zullen worden. Wij hopen, dat mede de viering van de Raiffeisendag de groei der bij onze banken ingelegde spaargelden moge bevorderen, want alleen, indien de aan ons toevertrouwde middelen voldoende zijn, zullen wij de steeds toenemende vraag onzer leden naar voor schotten en kredieten kunnen bevredigen. Methoden mogen verschillen en moeten dit zelfs doen om de organisatie opgewassen te doen zijn tegen de telkens zich wijzigende om standigheden, maar de opzet, het doel, blijft hetzelfde. Dat was gedurende het leven van Raiffeisen reeds zo en dat is ook thans voor ons nog het geval. Geld is Raiffeisen heeft het met grote nadruk in zijn boek ge steld voor de Raiffeisenbanken geen doel in zichzelf, maar enkel middel tot het doel en dit laatste bestaat in het door gezamen lijke krachtsinspanning bevorderen van de belangen der leden onzer banken. G..MINDERHOUD. 256 L

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 6