beperkende maatregelen, die destijds door de
banken met betrekking tot de kredietver
lening werden genomen.
Sector Akker- en Weidebouw
Bij deze sector zijn in 1958 1031 aanvragen
binnengekomen, die in dat jaar op 34 aan
vragen na (behandeling in 1959) tezamen
met de 24 in 1957 binnengekomen, maar toen
nog niet afgehandelde aanvragen, alle in
behandeling zijn genomen. Hiervan werden
190 of 18,4 afgewezen. In 70 gevallen
geschiedde de afwijzing op grond van het
feit, dat het bedrijf te zwaar belast werd, de
investering te groot risico meebracht, het
bedrijf niet rendabel was of de investering
niet economisch verantwoord werd geacht. In
58 gevallen werd er afgewezen om technische
en financiële redenen of op grond van de
moraliteit van de aanvrager.
De Utrechtse organisatie kreeg 289 garanties
tot een bedrag van 3.202.637,
De Eindhovense organisatie 478 garanties tot
een bedrag van 4.016.025,
Niet aangesloten banken kregen 13 garanties
tot een bedrag van 161.000,
Dat de bemoeiingen van de Utrechtse banken
nog steeds verre overtroffen worden door die
van de Eindhovense banken valt te verklaren
uit het feit, dat ruim 60 °/o der aanvragen uit
het zuiden des lands komt.
Van de in totaal 780 tot 7.379,650,ver
leende garanties werden er 384 tot een be
drag van 3.266.040,voor de provincie
Noord-Brabant verleend.
In verband met het grote verschil in omvang
tussen de verschillende provinciën lijkt het
absolute aantal garanties per provincie mis
schien een minder goede maatstaf voor een
beoordeling van de mate, waarin per pro
vincie van het Borgstellingsfonds wordt ge
bruik gemaakt. Wellicht krijgt men een beter
beeld omtrent de activiteit van het Borgstel
lingsfonds als men het aantal garanties be
rekent per 1000 landbouwbedrijven met een
oppervlakte van meer dan 3 ha.
Volgens deze berekening blijkt de Noord
oostpolder met 81 verleende garanties per
1000 bedrijven bovenaan te staan, maar ook
dan toch weer onmiddellijk gevolgd door de
provincie Noord-Brabant met 69 verleende
garanties per 1000 bedrijven. Overigens moet
er rekening gehouden worden met het feit,
dat in de Noordoostpolder naar verhouding
minder kleine bedrijven voorkomen dan op
het oude land.
Het merendeel van de garantievoorschotten
wordt aan het gemengde bedrijf verstrekt.
Er zijn aanwijzingen, dat het percentage van
de aan het akkerbouwbedrijf te verlenen
garantievoorschotten gaat toenemen.
Interessant is na te gaan voor welk doel de
garantievoorschotten worden verleend. Het
Borgstellingsfonds vermeldt, dat er in 1958
155 garanties tot een bedrag van 2.181.350,-
verleend werden voor zelfstandig be
ginnende landbouwers, 42 garanties tot
635.700,voor het aanvaarden van een
ander bedrijf door reeds elders gevestigde
landbouwers en 79 garanties tot 993.490,
voor overname van een gedeeltelijk geërfd
bedrijf door uitkoop van mede-erfgenamen.
Men zou dus kunnen zeggen, dat het Borg
stellingsfonds in 1958 266 garanties van de
totale 780 garanties, dus 35,8 °/o, tot een
bedrag van 3.810.540,van het totaal
bedrag ad 7.379.650,of 52 heeft in
geruimd voor de verwerving van een eigen-
domsbedrijf. Dit is niet gering.
Neemt men in aanmerking, dat de garantie
van het Borgstellingsfonds wordt verleend
voor zover geen dekking voor de te lenen
financieringsmiddelen kan worden gevonden,
zodat bij de verwerving van een eigendoms-
bedrijf aan een garantie immer een hypo
theek zal voorafgaan, dan valt te conclude
ren, dat er in 1958 266 landbouwers ondanks
de mogelijkheid tot hypotheekstelling wegens
ontoereikendheid van de hypothecaire zeker
heid het bedrijf niet zouden gekregen heb
ben als het Borgstellingsfonds geen garantie
zou hebben verleend. Dit mag niet over het
hoofd gezien worden.
Voor uitbreiding van het areaal en van
levende en dode inventaris gaf het Borgstel
lingsfonds respectievelijk 32, 112 en 62 ga
ranties tot bedragen van 289.870,
496.350,en 307.840,en voor uitbrei
ding of vervanging van gebouwen 90 ga
ranties tot een bedrag van 635.020,
Voor voorziening in de behoefte aan be
drijfskapitaal, voornamelijk voor aankoop
van kunstmest, zaaizaad, pootgoed e.d.,
stelde het Borgstellingsfonds 33 garanties
beschikbaar tot 206.880,
274