zijn echtgenoot niet meegetekend heeft. Dat verweer zal de bank alleen kunnen ontzenuwen door aan te tonen, dat de echtgenoot van de borg reeds langer dan een jaar van deborgtocht op de hoogte is geweest en er nooit tegen ge protesteerd heeft, of door aanneembaar te maken dat de bank niet wist dat de borg ge huwd was. Het bewijs dat de echtgenoot van de borg al langer dan een jaar geleden met de borgtocht op de hoogte was, zal wel niet een voudig zijn. En de bewering dat de bank niet geweten heeft dat de borg gehuwd was, zal in de meeste gevallen ook niet opgaan. Boven dien zou men zelfs de mening kunnen zijn toe gedaan, dat de kassier aan de borg vóór het tekenen der akte behoort te vragen of hij ge huwd is of niet, wanneer de kassier dat niet weet. Uit dit alles blijkt, dat het voor de boerenleenbank erg belangrijk is op de mede ondertekening van de akte door de echtgenoot van de borg te letten. VRAAG In de statuten van de boerenleenbanken komt de bepaling voor, dat de bank voor het aan gaan van dadingen en schikkingen de toestem ming van de raad van toezicht, en onder zekere omstandigheden ook die van de Centrale Bank nodig heeft. Ook in de statuten van de spaarbank komt een dergelijke bepaling voor. Wat verstaat men eigenlijk onder dadingen en schikkingen? ANTWOORD: Onder dadingen verstaat men de overeenkomst, waarbij partijen ten einde een te voeren proces te voorkomen of een aanhangig proces ten einde te brengen, een overeenkomst met elkaar sluiten, welke meebrengt dat zij zich over en weer enig offer getroosten. Onder schikking verstaat men iedere andere overeenkomst, waarbij van zekere rechten af stand gedaan wordt, om daarmee een bepaald voordeel te behalen. Een voorbeeld van een dading: De bank heeft een stuk grond gekocht en de verkoper be weert met de bank een koopprijs van 6.000,— te zijn overeengekomen, de bank daarentegen beweert met de verkoper een koopprijs van 5.000,— te zijn overeengekomen. De verkoper schrijft: als de bank niet betaalt, dan zal ik haar in rechte aanspreken. Nu komt de bank met de verkoper overeen, dat de koop prijs 5.500,— zal zijn. Een voorbeeld van een schikking: De bank heeft een vordering op Jansen onder borgstel ling van Pietersen van 10.000,—. Jansen gaat failliet, en Pietersen blijkt er ook niet zo goed voor te staan. Pietersen biedt aan, 6.000,— terstond te betalen tegen algehele kwijting. De bank wil op dat voorstel ingaan uit over weging, dat één vogel in de hand nog altijd beter is dan tien in de lucht. Volgens de statuten van de boerenleenbanken is voor het aangaan van schikkingen of dadin gen, waarbij een belang van meer dan ƒ1.000,- is gemoeid, de toestemming van de Centrale Bank en van de raad van toezicht vereist; voor schikkingen en dadingen, waarmee een lager liedrag gemoeid is, is de toestemming van de raad van toezicht voldoende. In de statuten van de spaarbank komt tegenwoordig een soort gelijke regel voor. VRAAG: De heer X, die borg was voor zijn zonen, is overleden. Omdat de borgtocht bij overlijden overgaat op de erven, worden de zonen van de overledene thans hun eigen borgen. Gaarne zullen wij van u vernemen, of u deze positie aantrekkelijk acht en of hier misschien andere maatregelen getroffen dienen te worden. ANTWOORD: Wanneer de vader overlijdt, die borg was voor zijn zonen, heeft dit tot gevolg dat de aan de zonen verstrekte lening thans door geen zeker heid wordt gedekt. Er moet nieuwe zekerheid worden gesteld. De goederen van de vader zijn namelijk met die van de zonen vermengd, en de schuldeisers van de zonen hebben ver haal op het van de vader afkomstige vermogen. Ter bescherming van de belangen der bank tegenover de andere schuldeisers der zonen, is deze zekerheidsstelling noodzakelijk. VRAAG Kan een boerenleenbank er van afzien, de brandpolis van de hypotheekgever op te vragen? 246

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 16