FINANCIEEL OVERZICHT ELS EN AAD VOOR DE TOEKOMST PARAAT Onder deze titel werd door het Gezins-Begro- tings-Instituut te Rotterdam een nieuwe film strook samengesteld ter vervanging van de strip „Annie en Jan gaan trouwen". In dertig verschillende opnamen laat de film strook zien, hoe Els en Aad de financiële basis voor hun huwelijk leggen en hoe zij problemen van economische en huishoudelijke aard be vredigend trachten op te lossen. Met deze film strook illustreert het G.B.I. de lezingen die over dit onderwerp worden gehouden. DE SHYLOCK VAN HET BEZUIDENHOUT U heeft wellicht de courantenberichten ge lezen. De legendarische oude woekeraar is nog steeds niet verdwenen. Het lijkt vrijwel onmogelijk, dat zelfs in deze moderne tijd nog types bestaan, die als het ware te voorschijn komen uit de boeken van Dickens. Een oude hulpbehoevende man in Den Haag, die leningen weet af te sluiten met een rente van 120 en meer en die zijn slachtoffers bij honderden weet te vinden. Blijkbaar zijn er altijd nog mensen, die heel erg in de knel komen te zitten met hun financiën. De in het vorige maandoverzicht gesignaleerde factoren hebben zich in de maand augustus nog geaccentueerd. Deze daling van de rentevoet blijkt zich te kunnen voltrekken in een tijd van opgaande conjunctuur. Belangrijke invloed van de grote ruimte op de geldmarkt. Merkwaardig dat de jongste rentedaling lijnrecht ingaat tegen het renteverloop in de Ver enigde Staten en Canada. Nëderlandsche Bank poogt door haar open-marktpolitiek de rente daling af te remmen. Het tegoed van de schatkist is zeer ruim. KOERSSTIJGING GEACCENTUEERD De door ons in ons vorig maandoverzicht ge signaleerde factoren hebben zich in de maand augustus nog geaccentueerd. Het ziet er bij het afsluiten van de maand naar uit zo schreven wij de vorige maal dat de risico mijdende sector van de kapitaalmarkt over het dode punt heen is gekomen en de moge lijkheid aanwezig is voor een verder koers- herstel. Dat het daarbij niet gebleven is, kan men in een oogopslag van onze maandelijkse koerstabel aflezen. Alsdan zal men constateren, dat zowel de kortlopende als de langlopende staatsleningen een betrekkelijk aanzienlijke terreinwinst hebben kunnen behalen, waarbij de koersverbeteringen tot ongeveer 2 punten variëren. Wij zeiden het ook reeds een maand geleden: het aanbod van de 4'A» Staatslening, dat nog verteerd moest worden, is geleidelijk op gedroogd. Intussen is een toestand bereikt, waarin de gehele lening klaarblijkelijk in vaste handen is gekomen, zodat de vraag is gaan overheersen. Terwijl de beurskoers van dit fonds lange tijd beneden de emissiekoers van 98V4 bleef, is deze daar aan het einde van de maand IV2 punt boven uit gekomen. De 3V2 Staatslening 1951, waarvan de gemid delde looptijd nog ca 9 jaar bedraagt, liep met ca 2 punten op. Verder gaf de 3 Grootboek lening 1946 een dergelijke koersverheffing te zien en konden de 2V2 Grootboekobligaties (Ned. Werkelijke Schuld) zelfs met bijna 3 punten in koers verbeteren. TEGEN DE DRAAD IN Deze ontwikkeling is om verschillende redenen merkwaardig. Koersstijgingen op de beleg- gingsmarkt in engere zin komen immers neer op een daling van de rentevoet. Deze daling blijkt zich dus te kunnen voltrekken in een tijd van opgaande conjunctuur. Volgens de theorie kenmerkt zulk een periode zich door toenemende vraag naar middelen van de zijde van het bedrijfsleven. Ook het renteverloop wijst er derhalve op, evenals trouwens de geringe particuliere emissiebe drijvigheid op de obligatiemarkt, dat de vraag 242

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 12