VRAGEN UIT DE ORGANISATIE boekrekeningen betreft, enkele kassiers hebben de ontdekking gedaan, dat het bij te schrijven rentebedrag ook wel verdwijnen kan uit de mutatiekolom „Ingelegd", zodat het alleen nog voorkomt in de kolom „Saldo" (staffel- kolom). Men heeft toen bovendien nog een veel tijd besparende vereenvoudiging ontdekt door het eindsaldo (in de saldokolom) niet direct onder de bijgeschreven rente te vermelden, doch dit saldo twee regels te laten zakken. Vermelding van eind- en beginsaldo behoeft dan slechts éénmaal te geschieden. Dit voorkomt boven dien fouten in het noteren op de grootboek- kaart van de beginsaldi, aannemende dat het eindsaldo (tevens beginsaldo) van de groot- boekkaart af wordt overgenomen op uit treksel I. Duidelijkheidshalve laten wij hieronder ee~ voorbeeld volgen van een spaarrekening,waar in alle vondsten zijn toegepast. Dezerzijds bestaat geen bezwaar tegen boven genoemde vereenvoudigingen, temeer omdat het thans vrijwel algemeen gebruikelijk is om bij aanbieding van een spaarbankboekje steeds de grootboekkaart hiermede te vergelijken. Aangenomen mag dan worden, dat het saldo van de grootboekkaart tot aan de laatste con tante post juist is. Juli 29 2601 1000- 3117,80 5 12,50 Bestaat per heden nog de noodzaak of de wen selijkheidl, dat door de Centrale Bank de rente vergoeding aan de boerenleenbanken wordt gedaan naar de omloopsnelheid van de spaar gelden? Het systeem, waarbij door de Centrale Bank ten aanzien van de rentevergoeding rekening gehouden wordt met de omloopsnelheid van de spaargelden, is destijds in het leven ge roepen teneinde oneigenlijke spaargelden te weren. Het aannemen van grote bedragen in de spaar bank kan voor de liquiditeit van de betrokken bank gevaren opleveren. Immers brengen deze gelden, die tijdelijk in de beleggingssfeer geen emplooi vinden en om deze reden in de spaar- 1 Datum 1958 Dagboek No. Om schrijving Terug gehaald Ingelegd Saldo Valuta Dagen of 'Amnd Rente bedragen Rente bedragen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Jan. 1 Saldo 1957 1617,80 500.— 12 48,51 Mrt. 14 913 c. 500 2117,80 1000 9>/2 11,88 C. 200,— Sept. 3 3019 c. 200,— 2917.80 70.89 4 2 Dec. 31 Rente Saldo 70,89 200 1500,— 72,89 72,89 1959 Saldo 1958 2988,69 Jan. 1 VRAAG: ANTWOORD: 222

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 24