VERHUUR OF VERPACHTING VAN MET HYPOTHEEK BEZWAARDE GOEDEREN Naar aanleiding van uw aanschrijving met be trekking tot de wet op de stichtingen, zullen wij gaarne van u vernemen wat nu precies onder een stichting moet worden verstaan. Een stichting is een vermogen, afgezonderd voor een bepaald doel, welk vermogen even als een zelfstandig persoon aan het rechtsver keer deelneemt. Bekende voorbeelden van stichtingen uit de laatste jaren zijn het Ram penfonds, het Koningin Wilhelmina Fonds voor de kankerbestrijding en het Borgstellings fonds voor de Landbouw. Of uw bank leningen of kredieten aan een stichting heeft verleend, hlijkt uit de voor schot- of kredietakte. Wanneer in de voor schot- of kredietakte staat, dat het voorschot of het krediet is verleend aan de Stichting X, aan het Fonds Y of aan het Instituut Z, dan is er grote kans, dat men met een stichting te maken heeft. Stichtingen worden namelijk aangeduid hetzij als stichting, hetzij als fonds, hetzij als insti tuut. Wanneer u in bepaalde gevallen twijfelt, vrage u advies aan de juridische afdeling van de Centrale Bank. In de hypotheekakte wordt altijd het huur- beding gemaakt. Dat beding houdt in, dat de hypotheekgever het met hypotheek be zwaarde goed niet mag verhuren of verpach ten zonder toestemming van de hypotheek houder. De reden, waarom dit beding in de hypotheekakte wordt opgenomen, is duidelijk. Een verhuurd of verpacht onroerend goed is immers minder waard dan een goed, dat niet verhuurd of verpacht is. Toch zullen bij vele boerenleenbanken ook hypotheken voorkomen, die rusten op verhuur de of verpachte goederen. Soms is de over waarde zo groot, dat de boerenleenbank een verzoek tot verhuring of verpachting van het goed niet kan weigeren. In andere gevallen is het pand al verhuurd of verpacht ten tijde dat de hypotheek gevestigd wordt. Uiter aard zal in de laatstbedoelde gevallen bij de taxatie van het onderpand met de verhuur of verpachting rekening gehouden moeten wor den. Er is in zulke gevallen echter nog een andere voorziening, die door boerenleenbanken ge troffen kan worden en welke in hoge mate aanbeveling verdient. Wanneer een met hypotheek bezwaard onroe rend goed verhuurd of verpacht is, kan de hvpotheekgever de bank op ernstige wijze benadelen door de huur- of pachtpenningen aan derden te cederen. De rechtspraak heeft wel eens uitgemaakt, dat zulk een cessie niet alleen de verschenen, maar ook de in de toe komst nog verschuldigde huur- of pachtpen ningen omvat. Bovendien heeft de rechtspraak beslist, dat een dergelijke cessie van kracht blijft ook als het verhuurde of verpachte on roerende goed verkocht wordt. De koper zal de huur of pacht dus niet kunnen innen. Men begrijpt, dat de positie van de bank niet goed is als de hypotheekgever zulk een cessie van huur- of pachtpenningen heeft doen plaatsvinden. De bank zal een dergelijke boerderij immers niet kunnen verkopen, als het tot een executie zou komen. Want wie wil een boerderij kopen, die verpacht is en waarvan men nog niet eens de pachtprijs kan innen? Voor verhuurde huizen geldt precies hetzelfde. Men vraagt ons wel eens, wat hier tegen gedaan kan worden. In de algemene hypotheekvoorwaarden staat, dat het de hy potheekgever niet geoorloofd is de pachtpen- VRAAG: ANTWOORD: 220

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 22