had, die aan het welslagen van die emissie in de weg konden staan. Het is dus logisch, dat emittenten hieruit de les hebben getrokken, dat er nog wel meer plaats zou zijn voor leningsobjecten van be perkte grootte. Men heeft er dan ook geen gras over laten groeien en tegen het einde van de maand werd een 4'A 25-jarige obligatie lening groot 30 miljoen door de Prov inciale Geldersche Electriciteitsmaatsehappij op stapel gezet met een emissiekoers van 100%. Het netto-bedrag, waarop kon worden ingeschre ven, was 26 miljoen, daar 4 miljoen reeds te voren op inschrijvingsvoorwaarden was ge plaatst. En vervolgens werd slechts een dag later de uitgifte in het vooruitzicht gesteld van een rentespaarbrieflening der Bank voor Neder- landsche Gemeenten tot een bedrag van ten minste 50 miljoen. De inschrijving op deze laatste zal eerst worden gesloten als het ge noemde bedrag is voltekend, terwijl de emit terende instelling zich het recht voorbehoudt het leningbedrag eventueel te verhogen. Het betreft hier een zeer merkwaardig object, omdat de rentespaarbrieven, die tegen een koers' van 99 worden uitgegeven, uitsluitend verkrijgbaar zijn in series van 5 stuks van elk 100 nominaal, die op verschillende tijdstippen en dienovereenkomstig renteverschil aflosbaar worden; nl. achtereenvolgens op 1 mei 1965 met 125 (voor een hoofdsom van 100), op 1 september 1969 met 150, 1 maart 1973 met 175, 1 februari 1976 met 200 en op 1 augus tus 1978 met 225. In totaal ontvangt de hou der na verloop van tijd dus voor zijn oor spronkelijke 500: 875. Voor die verschillen de looptijden is de rente achtereenvolgens 4, 4 1/8, 4/1, 4 3/8 en 4'A zodat deze gemiddeld uitkomt op 4/1 Die 411 is zeker li beneden de rente, die de Bank voor Nederlandsche Ge meenten zou hebben moeten vergoeden bij de uitgifte van een normaal leningtype. De attractie voor de inschrijvers schuilt echter in het oplopen van de rente, die onder het bij zondere tarief van de inkomstenbelasting valt van ten minste 20 en ten hoogste 40 hetgeen voordelig is voor hen, die in de toekomst een lager inkomen verwachten. Op deze en andere gronden is dan ook voldoende animo voor dit merkwaardige object te verwachten. Aldus ziet het er bij het afsluiten van de maand naar uit, dat de risicomijdende sector van de kapitaalmarkt over het dode punt heen is ge komen en de mogelijkheid aanwezig is voor een verder koersherstel. Was het tegoed van de schatkist door de stor ting op de staatslening in de eerste helft van juli tot ongeveer 950 miljoen gestegen, tegen het einde van de maand was het reeds weer tot 522 miljoen ingekrompen. Daarvan gaat wel af de driemaandelijkse overmaking aan de gemeenten tot een bedrag van in totaal 270 miljoen, doch aan het einde van de maand moest bovendien nog 200 miljoen voor ver vallend schatkistpapier door het Rijk op tafel worden gelegd. Anderzijds hebben de banken nog 133 miljoen aan nieuw schatkistpapier afgenomen, waarvan de tegenwaarde nog niet in het eerstgenoemde tegoed van het Rijk bij de Nederlandsche Bank was begrepen. De deviezenaanwas is in juli betrekkelijk be perkt geweest met een totaal bedrag van niet meer dan 77 miljoen. Daarin was dan nog 40 miljoen begrepen, die het Rijk op een E.B.U.-vordering uit het buitenland had ont vangen. Het feit, dat de handelsbalans zich ten opzichte van het vorige jaar nog altijd gunstig ontwikkelt, in het eerste halfjaar was er een invoeroverschot van 800 miljoen tegen 900 miljoen in het eerste halfjaar van 1958 wijst er echter op, dat het lopende verkeer van goe deren en diensten met het buitenland ook een groter overschot dan het vorig jaar aan de viezen moet hebben opgeleverd. Daarnaast moet er een belangrijke deviezen- aanwas geweest zijn in verband met de voort durende buitenlandse aankopen van Neder landse effecten op de Amsterdamse beurs. Zo als wij reeds vroeger hebben opgemerkt, draagt het bankwezen de deviezen slechts ten dele af, daar de rest thans voordeliger dan in Neder land, nl. tegen een hogere rentevoet in het buitenland kan worden uitgezet. Daardoor is het ook te verklaren, dat de buitenlandse saldi van de particuliere handelsbanken in de eerste vijf maanden van het lopende jaar met 478 miljoen zijn gestegen tot 951 miljoen. Telt men de goud- en deviezenreserve van de Nederlandsche Bank per 1 juni jl. ad 5145 NIEUW TYPE SPAARBRIEFLENING SCHATKISTPOSITIE DEVIEZENBEWEGING 215

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 17