propaganda en het aanvaarden van kredietrisico's. Ter illustratie van het gewicht van de vaste kosten bij banken van verschil lende grootte volgt hier een overzicht, dat werd samengesteld uit een in 1957 ingesteld onderzoek bij alle bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht aangesloten boerenleenban ken. De bruto-kosten werden na ver minderd te zijn met de provisiebaten ter uitschakeling van de met het giroverkeer samenhangende variabele kosten uitgedrukt in procenten van het balanstotaal: 1,5 2,0 0,566% Uit dit overzicht blijkt, dat de vaste kosten minder zwaar gaan wegen, wan neer de bank groter wordt. De incidentele stijging bij het balans totaal van 2,0 tot 2,5 miljoen is te verklaren uit overbezetting, omdat bij deze grootte uitbreiding van personeel noodzakelijk wordt, zonder dat daar voor volledig emplooi is. b. Efficiency-voordelen door toepassing van arbeidsverdeling en mechanisatie. De reële betekenis van deze voordelen hangt uiteraard in sterke mate af van de daadwerkelijke grootte en bezetting van de bank. c. Rentewinst door vermindering van het aanhouden van renteloze kas- en giro saldi. De ijzeren voorraad liquide mid delen van één bank zal gewoonlijk groter moeten zijn dan die van twee of meer banken gezamenlijk. 10. Gevolgen voor de liquiditeit: a. Vergroting van de mogelijkheid van substitutie onder spaarders en reke ning-couranthouders, waardoor een hechtere basis wordt verkregen voor de uitzettingspolitiek. De bank wordt minder gevoelig voor het gedrag van een enkele crediteur. b. Tendentie tot afzwakking van seizoen schommelingen door het optreden van een grotere verscheidenheid onder debiteuren en crediteuren. De uitoefe ning van de moderne bankfunctie draagt hiertoe bij, want daardoor zul len meer niet-agrariërs de weg naar de bank vinden. 11Gevolgen voor de solvabiliteit: a. Verhoging van de „earning capacity", doordat onder gunstiger kostenverhou- dingen kan worden gewerkt en doordat grotere activiteiten kunnen worden ontwikkeld. De reserves zullen hier door na verloop van tijd sneller toe nemen dan zonder fusie het geval ge weest zou zijn. b. Mogelijkheid van grotere risicosprei ding. Een grotere verscheidenheid in kredietnemers maakt de bank minder afhankelijk van de bedrijfsresultaten bij één bepaalde groep. 12. De verbetering van de solvabiliteit maakt de bank innerlijk sterker. Dit wekt ver trouwen op bij het publiek, hetgeen weer mogelijkheden schept tot verdere expansie. Bovendien zal de bank door deze ontwik keling kredieten van grotere omvang kun nen verstrekken. Dit is van bijzondere betekenis voor de financiering van coöpe raties. 13. Gevolgen voor de organisatie: a. Belangrijke voordelen van concentratie op het gebied van de interne organi satie van de banken. Aan de uitoefening van de bankactivi- teiten als een nevenfunctie komt een einde, terwijl tevens wordt bereikt, dat deskundig personeel kan worden aan- kosten in balanstotaal van balanstotaal tot 0,5 miljoen 0,636 0,5 tot 1,0 miljoen 0,585 0,0 1,5 0,583 2,0 2,5 0,580 2,5 3,0 0,549 3,0 4,0 0,537 4,0 5,0 0,503 °/o boven 5,0 miljoen 0,491

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 18