VERSLAG ALGEMENE VERGADERING Voorzitter: de heer H. A. Wind. Waarnemend secretaris: Dr. A. J. Verhage. Opening De voorzitter van de raad van toezicht, de heer H. A. Wind heet alle aanwezigen van harte welkom, speciaal de genodigden, de heren D. W. Lindenbergh, G. J. Wilms en Jhr. mr, W. C. Hooft Graafland alsmede de vertegenwoordigers van de pers. Op voorstel van de voorzitter besluit de vergadering aan de heer Z. Th. J. F. baron van Dorth tot Medler te Duiven, oud-lid van het bestuur der Centrale Bank, haar hartelijke gelukwen sen over te brengen ter gelegenheid van het feit, dat hij op 27 mei de 90-jarige leeftijd heeft bereikt. Vervolgens wijdt de voorzitter woorden aan de nagedachtenis van prof. dr. W. Rip, welke door de vergadering staande worden aange hoord. Openingsrede van de voorzitter De heer Wind geeft hierna een kort overzicht van de economische situatie in het jaar 1958 en wel in het bijzonder van het agrarisch be drijf. Het garantiebeleid van de overheid, dat in enigerlei vorm ook in andere landen bestaat, schept verschillende problemen, vooral ook ten aanzien van de afzet op de internationale markt. Een coördinatie van de landbouwpolitiek der afzonderlijke landen, waarvoor in Benelux- verband nauwelijks een begin van een oplos sing is gevonden, is noodzakelijk om te voor komen dat de onderscheiden landen elkan ders afzetmoeilijkheden vergroten. De Euro- markt voor landbouwprodukten zal het bewijs moeten leveren, dat een gemeenschappelijk landbouwbeleid voor het gebied van een aan tal souvereine staten tot de mogelijkheden behoort. H. A. Wind, voorzitter van de raad van toezicht Hoewel het in Nederland nauwelijks meer tegenspraak ontmoet, dat de overheid een beleid dient te voeren, dat aan de werkers op het goedgeleide, economisch verantwoor de bedrijf de mogelijkheid van een redelijk bestaan geeft, bestaan er meningsverschillen over de vraag hoever men met het garantie beleid moet gaan en welk stelsel van land- bouwbescherming dient te worden toegepast. Daar het in de landbouw veelal gaat om in vesteringen van langdurig karakter, is het voor het landbouwkrediet van groot belang, dat het garantiebeleid een behoorlijke stabiliteit vertoont. Een stelsel, waarbij men de markt prijs ongemoeid laat en de producenten door toeslagen te hulp komt, kan er echter toe leiden, dat de financieringsgrondslag van in dividuele landbouwbedrijven, maar ook van verwerkende industrieën een labiel karakter krijgt, hetgeen een belemmering voor het tot stand brengen van produktiviteitverhogende investeringen kan zijn. De heer Wind schenkt voorts aandacht aan het misverstand, waarbij verband wordt ge legd tussen de groei van de aan de boeren- leenbanken/Raiffeisenbanken toevertrouwde spaargelden en de rentabiliteit van de land bouw. VAN DE VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK GEHOUDEN TE UTRECHT OP 28 MEI 1959 13S

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 8