KRONIEK UIT EIGEN KRING Een vraag uit Friesland naar de mogelijkheid van financiering van vernieuwing en moderni sering van bedrijfsgebouwen en een vermoedelijk niet bevredigend antwoord. Een bestuurslid van een boerenleenbank in Friesland schrijft ons: „Naar aanleiding van de „Kroniek uit eigen kring" in de Raiffeisen-Bode van april j.1., waarin u o.m. schreef: „De behandeling van de kredietactiviteiten van onze banken had uiteraard de volle be langstelling. Met name de mogelijkheden van kredietverstrekking met aanvullende zekerheid van het Onderling Waarborgfonds en de ga ranties van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw en d;e waarborginstituten voor de tuinbouw zullen in de naaste toekomst de aan dacht moeten hebben;" en dan verder: „Het moet duidelijk zijn dat de middelen pri mair dienen voor de financiering van land- en tuinbouw en van de coöperaties en verder ter bewaring van de noodzakelijke liquiditeit van de boerenleenbanken", gaarne uw mening over het volgende: Er zijn in Friesland miljoenen te investeren voor vernieuwing en modernisering van be drijfsgebouwen. Er is een hopeloze achterstand waarmede eigenaar en huurder beiden zijn ge dupeerd. Is het nu ook mogelijk om b.v. een fonds te vormen, waarbij het Onderling Waar borgfonds, het Borgstellingsfonds e.d. mede werken om op die manier kredieten te ver strekken zonder borgen, hypotheek of andere zekerheid en dan met een afwijkende, matige rente? Naar mijn mening komt de mechanisering van de landbouw zo sterk naar voren, dat hierdoor dit probleem op de achtergrond raakt." De inzender snijdt hier wel een zeer netelige kwestie aan. Het probleem van de vernieuwing en modernisering van bedrijfsgebouwen is een landelijk probleem, waarvan de oplossing noch op de weg, noch in de macht van de boeren leenbanken ligt. De zeer grote bedragen, die hiermede gemoeid zijn, vormen allereerst een bedrijfseconomisch vraagstuk. Tot vóór de Tweede Wereldoorlog vormden de gebouwen (woning èn bedrijfsgebouwen) een weliswaar belangrijk, maar niet al te groot onderdeel van de waarde van een akkerbouw- of weidebedrijf van middelgrote omvang. Door de enorme stijging van de bouwkosten (mate riaal en vooral lonen) wordt deze verhouding totaal scheef getrokken. Indien men er al in zou slagen het benodigde kapitaal voor dit doel bijeen te krijgen, dan moet het wel duidelijk zijn, dat rente en af lossing niet door het bedrijf zullen kunnen worden opgebracht. Voor dit probleem, dat vele instanties op agrarisch terrein bezig houdt, is nog geen op lossing gevonden. De vorming van onze onderlinge waarborg fondsen, die slechts geleidelijk kan geschieden uit jaarlijkse bijdragen van de boerenleen banken, zal niet de hoop van de schrijver kun nen verwezenlijken. De doelstelling van het Onderling Waarborg fonds afdeling C het medegaranderen van hedrijf.ski-edieten met afwijkende zekerheid zal voorlopig nog een opvoeren van de hier voor nodige omslagreserves door de boeren leenbanken noodzakelijk maken. Wij zien geen mogelijkheid om ook maar bij benadering in eigen kring een weg te vinden om in de dikwijls dringende behoefte aan ver betering en modernisering van bedrijfsge bouwen te voorzien. 135

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1959 | | pagina 5