DIENSTBETOON BIJ DE RAIFFEISENKAS
Onder bovenstaande titel komt in het april
nummer van „Raiffeisen Echo", het maand
blad van de Belgische Centrale Bank (officieel
geheten „Centrale Kas voor Landbouw
krediet") te Leuven, een artikel voor, dat wij
gaarne aan onze lezers willen doorgeven.
De ontwikkeling welke onze Raiffeisenkassen
in de na-oorlogse jaren te zien gaven, heeft de
verwachtingen van één ieder, die in onze orga
nisatie werkzaam is, overtroffen. Deze gang
van zaken werd zeer zeker bevorderd enerzijds
door het giroverkeer, anderzijds door de geld
saneringsmaatregelen einde 1944 waar onze
Raiffeisenkassen bij de tenuitvoerlegging dezer
maatregelen de plattelandsbevolking uit
stekend hebben geholpen.
Dit was echter alleen een aanleiding, een
eerste begin van de opbloei. De verdere groei
is zeker te danken aan verbeterd dienstbetoon
en de gevoerde propagaoda-acties.
De mens van heden, min of meer verwend,
vraagt een goed dienstbetoon, of hij nu in een
winkel komt, of bij een ambachtsman, of bij
een financiële instelling, overal verlangt hij
dat hij op doelmatige wijze bediend wordt. Dit
geldt zowel voor de stadsmens als voor de
dorpsbewoner. Deze verlangt dit niet slechts,
doch hij heeft hier ook recht op.
De voorbeelden zijn talrijk voor kleine be
drijven, welke de naam verdienden en kregen
dat zij een goede service verleenden en tot
grote bloei kwamen. Deze voorbeelden zijn
zeer zeker ook bij onze Raiffeisenkassen te
vinden. Vaak hoorden we van bestuursleden
en kassiers, dat de mogelijkheden ter plaatse
volledig benut waren en dat de Raiffeisenkas
geen verdere uitbreiding meer zou kunnen
ondervinden.
Achteraf bleek maar al te dikwijls dat door
het geven van de nodige bekendheid over het
bestaan en werkwijze van de Raiffeisenkas en
beter dienstbetoon, bewezen werd welke
mogelijkheden nog verscholen lagen. En hier
ging het niet altijd om jongere kassiers die hun
Raiffeisenkas sprongsgewijze tot grotere ont
wikkeling brachten. Beslist niet! ook oudere
kassiers hebben in dit opzicht flinke prestaties
geleverd, ook zij hebben vaak een slapende of
doezelende Raiffeisenkas tot een actief leven
gebracht. Ook zij hebben bewezen dat zij de
polsslag van de tijd aanvoelden en dat zij de
meer moderne opvattingen over de cliëntenbe
diening in de praktijk wisten te brengen.
Toch moet worden vastgesteld dat sommige
kassiers' nog behept zijn met de gedachte: „Het
zal mijn tijd nog wel duren" en „Waarom zal
ik mij druk maken?" Hierdoor benadelen zij
evenwel zowel de Raiffeisenkas als de leden
daarvan. Om zo sterk mogelijk te staan is het
zaak de basis van onze Raiffeisenkassen te ver
breden. Een basis die gevormd wordt door het
aantal cliënten en de mate waarmede deze de
afwikkeling van hun financiële operaties aan
de Raiffeisenkas toevertrouwen.
Zoals hierboven reeds gesteld, zijn de hiertoe
geëigende middelen: dienstbetoon en propa
ganda. Over intrestpolitiek en andere voor
waarden, waaronder de Raiffeisenkas kan
helpen, hoeft niet geschreven. De Raiffeisenkas
biedt betere en meer passende voorwaarden
dan wie ook.
Zaak is het wel hieraan alle bekendheid te
geven.
Dienstbetoon is een veelomvattend woord. Het
behelst niet alleen het persoonlijk contact tus
sen diegene die de dienst verleent, en diegene
aan wie deze bewezen wordt, doch ook de om
standigheden waaronder een en ander ge
schiedt. Van belang is tijd en plaats. Hierop
willen wij thans nog even ingaan.
De ervaring leert, dat door een ruime moge-
Grote ontwikkeling van de Raiffeisenkassen in de jaren na de oorlog. Aanleidingen hiertoe
waren het giroverkeer en de geldsaneringsmaatregelen. Verdere groei te danken aan ver
beterd dienstbetoon en gevoerde propaganda. Op welke manieren men de cliënten een goede
service kan verlenen. Wat omvat dienstbetoon? De kassiers zullen voldoende zorg aan de
bank dienen te besteden.
128